Uitspraak
1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
2.De aanvraag tot herziening
3.De conclusie van de Advocaat-Generaal
4.Beoordeling van de aanvraag
5.Beslissing
11 oktober 2016.
Hoge Raad
Op 11 oktober 2016 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een herzieningszaak met zaaknummer 16/00597. De aanvraag tot herziening was ingediend door de aanvrager, die eerder was veroordeeld voor gekwalificeerde diefstal. De aanvrager stelde dat hij eerder al was veroordeeld voor hetzelfde feit, wat in strijd is met het ne bis in idem-beginsel, zoals vastgelegd in artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad oordeelde dat de aanvraag gegrond was, omdat de aanvrager bij een eerdere veroordeling door de Politierechter in de Rechtbank Utrecht op 12 oktober 2011 al was bestraft voor hetzelfde feit. Dit gegeven was niet bekend bij de rechter tijdens de eerdere zittingen, wat aanleiding gaf tot de herziening. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt had geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zou verklaren en de Officier van Justitie niet-ontvankelijk zou verklaren in de vervolging. De Hoge Raad volgde deze conclusie en vernietigde het eerdere arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 juli 2014, evenals het vonnis van de Politierechter van 24 mei 2012. De Officier van Justitie werd niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de aanvrager.