Uitspraak
[A]te
[Q]ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van de
Rechtbank Gelderlandvan 23 februari 2016, nr. AWB 15/2585, betreffende een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 september 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met nummer 16/01714. Het beroep in cassatie was ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 23 februari 2016, betreffende een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen. De indiener van het beroepschrift, [X] te [Z], werd door de griffier van de Hoge Raad verzocht om binnen zes weken een bewijsstuk van de volmacht tot het indienen van het beroepschrift over te leggen. Deze volmacht was echter niet overgelegd, waardoor de Hoge Raad concludeerde dat het beroep in cassatie onbevoegdelijk was ingesteld. De Hoge Raad heeft daarom het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Tevens zijn er geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat de kosten van de procedure niet worden verhaald op een van de partijen. Dit arrest is openbaar uitgesproken en ondertekend door de vice-president en de raadsheren van de Hoge Raad.