ECLI:NL:HR:2016:2152

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 september 2016
Publicatiedatum
22 september 2016
Zaaknummer
16/01470
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 september 2016 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] te [Z] tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 2 februari 2016. Het ging om navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2009 tot en met 2011. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het beroep in cassatie is ingesteld, maar dat de indiener niet heeft voldaan aan de verplichting om griffierecht te betalen. De griffier heeft de indiener tweemaal gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en de gelegenheid gegeven om te reageren op het niet tijdig betalen. Aangezien de indiener geen gebruik heeft gemaakt van deze gelegenheid, heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

23 september 2016
Nr. 16/01470
Arrest
gewezen op het door
[A]te
[Q]ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 2 februari 2016, nrs. BK-15/00118, BK-15/00119 en BK-15/00120, betreffende aan [X] te [Z] voor de jaren 2009 tot en met 2011 opgelegde (navorderings)aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroep in cassatie is volgens het beroepschrift ingesteld namens [X] te [Z] . De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift in cassatie bij aangetekende brief van 22 april 2016, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door de indiener opgegeven adres, gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift in cassatie bij aangetekende brief van 23 mei 2016, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door de indiener opgegeven adres, in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. De indiener van het beroepschrift in cassatie heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 23 september 2016.