In deze zaak heeft de [X] GmbH, gevestigd in Duitsland, beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 17 december 2015. De Rechtbank had eerder uitspraak gedaan op het verzet van de belanghebbende tegen beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Ede voor het jaar 2014. De onroerende zaken betroffen meerdere adressen, waaronder [a-straat 1], [b-straat 1] en [c-straat 1]. De belanghebbende stelde dat de beschikkingen onterecht waren en heeft hiertegen verzet aangetekend.
De Hoge Raad heeft het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat het voorgestelde middel niet kan leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien het middel niet leidde tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de eerdere uitspraak van de Rechtbank in stand blijft.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat de kosten van de procedure niet worden verhaald op de belanghebbende. De beslissing van de Hoge Raad om het beroep in cassatie ongegrond te verklaren, werd openbaar uitgesproken op 16 september 2016.