Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een in wettelijke vorm door [verbalisant 1], BOA domein generieke opsporing van regiopolitie Twente, opgemaakt proces-verbaal, genummerd PL05OE 2013089151-1, gesloten en getekend op 2 september 2013 te Almelo, als bijlage (p. 4 t/m p. 6) gevoegd bij het stamproces-verbaal, voor zover inhoudende de aangifte van [betrokkene] namens [A], -zakelijk weergegeven-:
Ik doe aangifte van verduistering. Ik verklaar dat verdachte een goed welke [A] in eigendom toebehoort anders dan door misdrijf onder zich had, zich dat goed zonder enig recht of toestemming heeft toegeëigend.
Op 10 juli 2013 hebben wij een bedrijfsauto verhuurd aan de firma [B], de contactpersoon was [verdachte]. [verdachte] heeft de auto ook opgehaald. De auto, vvk [AA-00-BB], is opgehaald bij onze vestiging in Harderwijk. [verdachte] heeft ons een uittreksel van de kamer van koophandel gegeven en ook een machtiging voor automatische incasso.
In eerste instantie is de auto voor een dag of tien gehuurd door [verdachte], later heeft hij dit verlengd tot eind juli 2013. Op 31 juli 2013 was de auto nog niet terug en hebben we een factuur gestuurd. De automatische incasso was een paar dagen later maar deze is gestorneerd door de bank. We hebben toen herhaaldelijk getracht om in contact te komen met [verdachte] maar dit is niet gelukt.
We hebben op allerlei manieren geprobeerd om hem te bereiken maar hij was niet te traceren. We zijn nog geweest naar het adres van zijn bedrijf. De man zou daar officieel ook wonen maar zou er nooit meer zijn.
Volgens de papieren zou [B] een eenmanszaak zijn, een groothandel in emballage. Het adres waar we geweest zijn is: [a-straat 1] in Nunspeet. Dit is een aanleunwoning bij een zorginstelling. Volgens de buren woont hij er al een paar maanden niet meer.
De auto is nog steeds niet terug.
2. Een in wettelijke vorm door [verbalisant 2], agent van politie Regio Noord- en Oost Gelderland, opgemaakt proces-verbaal, genummerd PL062B 2013139526-4, gesloten en getekend op 15 oktober 2013 te Utrecht, als bijlage (p. 23 t/m p. 26) gevoegd bij het stamproces-verbaal, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, -zakelijk weergegeven-:
V: Vraag verbalisanten
A: Antwoord verdachte
O: Opmerking verbalisanten
V: Wat is de naam van uw bedrijf?
A: [B], dit is de naam van mijn bedrijf. Hiermee sta ik ook ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
V: Weet je waarvoor je bent aangehouden?
A: Ja, ik ben aangehouden voor verduistering van een bestelauto.
O: Het klopt, je bent aangehouden voor verduistering van de bestelauto.
V: Wat kan je hierover verklaren?
A: Ik heb die auto drie a drieënhalve maand terug gehuurd bij [A] in Almelo.
O: Het voertuig waar je gisteren in reed, een bestelauto van het Merk Fiat, Type Doblo en voorzien van het kenteken [AA-00-BB].
V: Hoe heb je deze auto onder je gekregen?
A: Deze heb ik op een eerlijke manier gehuurd. Op mijn eigen firmanaam.
O: De verhuurder geeft aan in zijn aangifte dat u de Fiat Doblo in eerste instantie gehuurd heeft voor tien dagen.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: (...) Ik kan wel gezegd hebben van ik heb hem een dag of tien nodig, het kan langer wezen of korter.
3. Een schriftelijk bescheid, zijnde een kopie van een huurovereenkomst, als bijlage (p. 12) gevoegd bij het stamproces-verbaal, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Huurder: Firma [B]
[a-straat 1]
[plaats]
Huurauto: Fiat Doblo Cargo 1.3MJ 3 M3
Kenteken: [AA-00-BB]
Gehuurd van: 10 juli 2013 14:56 uur tot 31 juli 2013 24:00 uur.
4. Een in wettelijke vorm door [verbalisant 2], agent van politie Regio Noord- en Oost Gelderland, opgemaakt proces-verbaal, genummerd PL062B 2013139526-7, gesloten en getekend op 17 oktober 2013 te Apeldoorn, als bijlage (p. 27) gevoegd bij het stamproces-verbaal, voor zover inhoudende de bevindingen van verbalisant, -zakelijk weergegeven-:
Op 17 oktober 2013 heb ik een onderzoek ingesteld waarbij het volgende is bevonden.
Op dinsdag 15 oktober 2013 heeft de OvJ Blanco besloten dat de verdachte [verdachte] heengezonden mocht worden. Echter moest [verdachte] zijn openstaande rekening op 16 oktober 2013 bij de aangever (verhuurder) voldoen. Na het voldoen van de openstaande rekening moest [verdachte] een betalingsbewijs tonen aan het bureau.
Op woensdag 16 oktober 2013 16:00 uur was [verdachte] nog steeds niet aan het bureau geweest. Hierop heb ik telefonisch contact opgenomen met [verdachte]. Hij wist mij te vertellen dat hij geschrokken was van het openstaand bedrag en dat hij de afspraak even vergeten was.
(...)
Ik verbalisant heb nog geprobeerd te bemiddelen tussen aangever en [verdachte]. Na bemiddeling beloofde [verdachte] opnieuw contact op te nemen met de aangever (verhuurder) en zo dichter bij elkaar te komen met het rekeningbedrag, waarna hij deze rekening zou betalen.
[verdachte] heeft zich wederom niet aan de afspraak gehouden. Aangever verklaart dat hij niets heeft gehoord van [verdachte]."