ECLI:NL:HR:2016:2076

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 september 2016
Publicatiedatum
14 september 2016
Zaaknummer
15/04317
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering van een huurauto en de betekenis van wederrechtelijke toe-eigening volgens art. 321 Sr

In deze zaak gaat het om de verduistering van een huurauto door de verdachte, die de auto had gehuurd van een verhuurbedrijf. De verdachte had de auto gehuurd voor een bepaalde periode, maar heeft deze niet teruggebracht en was niet meer te traceren. De verhuurder heeft herhaaldelijk geprobeerd contact op te nemen met de verdachte, maar zonder succes. De verdachte heeft in zijn verweer aangevoerd dat hij de huurtermijn had verlengd naar onbepaalde tijd, maar het hof heeft deze stelling verworpen. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit eerdere rechtspraak over het begrip 'zich wederrechtelijk toe-eigenen' en concludeert dat de verdachte zich de auto wederrechtelijk heeft toegeëigend. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte en bevestigt de uitspraak van het hof.

Uitspraak

13 september 2016
Strafkamer
nr. S 15/04317
CB/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 1 september 2015, nummer 21/001351-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1949.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben S.F.W. van 't Hullenaar en S. Grilk, beiden advocaat te Arnhem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel bevat de klacht dat de bewezenverklaarde wederrechtelijke toe-eigening ontoereikend is gemotiveerd.
2.2.
Ten laste van de verdachte is overeenkomstig de tenlastelegging bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 31 juli 2013 tot 16 oktober 2013 te 't Harde, gemeente Elburg, althans in Nederland opzettelijk een auto (kenteken [AA-00-BB]), toebehorende aan [A], welk goed verdachte had gehuurd en aldus anders dan door misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend."
2.3.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een in wettelijke vorm door [verbalisant 1], BOA domein generieke opsporing van regiopolitie Twente, opgemaakt proces-verbaal, genummerd PL05OE 2013089151-1, gesloten en getekend op 2 september 2013 te Almelo, als bijlage (p. 4 t/m p. 6) gevoegd bij het stamproces-verbaal, voor zover inhoudende de aangifte van [betrokkene] namens [A], -zakelijk weergegeven-:
Ik doe aangifte van verduistering. Ik verklaar dat verdachte een goed welke [A] in eigendom toebehoort anders dan door misdrijf onder zich had, zich dat goed zonder enig recht of toestemming heeft toegeëigend.
Op 10 juli 2013 hebben wij een bedrijfsauto verhuurd aan de firma [B], de contactpersoon was [verdachte]. [verdachte] heeft de auto ook opgehaald. De auto, vvk [AA-00-BB], is opgehaald bij onze vestiging in Harderwijk. [verdachte] heeft ons een uittreksel van de kamer van koophandel gegeven en ook een machtiging voor automatische incasso.
In eerste instantie is de auto voor een dag of tien gehuurd door [verdachte], later heeft hij dit verlengd tot eind juli 2013. Op 31 juli 2013 was de auto nog niet terug en hebben we een factuur gestuurd. De automatische incasso was een paar dagen later maar deze is gestorneerd door de bank. We hebben toen herhaaldelijk getracht om in contact te komen met [verdachte] maar dit is niet gelukt.
We hebben op allerlei manieren geprobeerd om hem te bereiken maar hij was niet te traceren. We zijn nog geweest naar het adres van zijn bedrijf. De man zou daar officieel ook wonen maar zou er nooit meer zijn.
Volgens de papieren zou [B] een eenmanszaak zijn, een groothandel in emballage. Het adres waar we geweest zijn is: [a-straat 1] in Nunspeet. Dit is een aanleunwoning bij een zorginstelling. Volgens de buren woont hij er al een paar maanden niet meer.
De auto is nog steeds niet terug.
2. Een in wettelijke vorm door [verbalisant 2], agent van politie Regio Noord- en Oost Gelderland, opgemaakt proces-verbaal, genummerd PL062B 2013139526-4, gesloten en getekend op 15 oktober 2013 te Utrecht, als bijlage (p. 23 t/m p. 26) gevoegd bij het stamproces-verbaal, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, -zakelijk weergegeven-:
V: Vraag verbalisanten
A: Antwoord verdachte
O: Opmerking verbalisanten
V: Wat is de naam van uw bedrijf?
A: [B], dit is de naam van mijn bedrijf. Hiermee sta ik ook ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
V: Weet je waarvoor je bent aangehouden?
A: Ja, ik ben aangehouden voor verduistering van een bestelauto.
O: Het klopt, je bent aangehouden voor verduistering van de bestelauto.
V: Wat kan je hierover verklaren?
A: Ik heb die auto drie a drieënhalve maand terug gehuurd bij [A] in Almelo.
O: Het voertuig waar je gisteren in reed, een bestelauto van het Merk Fiat, Type Doblo en voorzien van het kenteken [AA-00-BB].
V: Hoe heb je deze auto onder je gekregen?
A: Deze heb ik op een eerlijke manier gehuurd. Op mijn eigen firmanaam.
O: De verhuurder geeft aan in zijn aangifte dat u de Fiat Doblo in eerste instantie gehuurd heeft voor tien dagen.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: (...) Ik kan wel gezegd hebben van ik heb hem een dag of tien nodig, het kan langer wezen of korter.
3. Een schriftelijk bescheid, zijnde een kopie van een huurovereenkomst, als bijlage (p. 12) gevoegd bij het stamproces-verbaal, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Huurder: Firma [B]
[a-straat 1]
[plaats]
Huurauto: Fiat Doblo Cargo 1.3MJ 3 M3
Kenteken: [AA-00-BB]
Gehuurd van: 10 juli 2013 14:56 uur tot 31 juli 2013 24:00 uur.
4. Een in wettelijke vorm door [verbalisant 2], agent van politie Regio Noord- en Oost Gelderland, opgemaakt proces-verbaal, genummerd PL062B 2013139526-7, gesloten en getekend op 17 oktober 2013 te Apeldoorn, als bijlage (p. 27) gevoegd bij het stamproces-verbaal, voor zover inhoudende de bevindingen van verbalisant, -zakelijk weergegeven-:
Op 17 oktober 2013 heb ik een onderzoek ingesteld waarbij het volgende is bevonden.
Op dinsdag 15 oktober 2013 heeft de OvJ Blanco besloten dat de verdachte [verdachte] heengezonden mocht worden. Echter moest [verdachte] zijn openstaande rekening op 16 oktober 2013 bij de aangever (verhuurder) voldoen. Na het voldoen van de openstaande rekening moest [verdachte] een betalingsbewijs tonen aan het bureau.
Op woensdag 16 oktober 2013 16:00 uur was [verdachte] nog steeds niet aan het bureau geweest. Hierop heb ik telefonisch contact opgenomen met [verdachte]. Hij wist mij te vertellen dat hij geschrokken was van het openstaand bedrag en dat hij de afspraak even vergeten was.
(...)
Ik verbalisant heb nog geprobeerd te bemiddelen tussen aangever en [verdachte]. Na bemiddeling beloofde [verdachte] opnieuw contact op te nemen met de aangever (verhuurder) en zo dichter bij elkaar te komen met het rekeningbedrag, waarna hij deze rekening zou betalen.
[verdachte] heeft zich wederom niet aan de afspraak gehouden. Aangever verklaart dat hij niets heeft gehoord van [verdachte]."
2.4.
Het Hof heeft met betrekking tot het bewijs voorts het volgende overwogen:
"Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen.
Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
De verdediging heeft, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 18 november 2009 (ECLI:NL:HR: 2008:BF0199) en de daarbij behorende conclusie van de advocaat- generaal, betoogd dat er onvoldoende bewijs is om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Verdachte heeft verklaard de auto voor onbepaalde tijd te hebben gehuurd. De door aangever overgelegde huurovereenkomsten voor bepaalde tijd zijn niet ondertekend en kunnen derhalve niet voor het bewijs worden gebezigd. Bij gebrek aan steunbewijs dient verdachte te worden vrijgesproken.
Blijkens de aangifte had verdachte de auto voor bepaalde tijd (tot eind juli) gehuurd. Op 31 juli 2013 was de auto nog niet teruggebracht en heeft aangever een factuur gestuurd. De automatische incasso werd gestorneerd door de bank. Aangever heeft hierop herhaaldelijk getracht om in contact te komen met verdachte maar hij bleek ontraceerbaar. Ook verdachte heeft verklaard dat de huur aanvankelijk voor bepaalde tijd was aangegaan. De stelling van verdachte, inhoudende dat hij nadien de huurtermijn voor onbepaalde tijd had verlengd, wordt op geen enkele wijze ondersteund."
2.5.
In de tenlastelegging en bewezenverklaring is het begrip 'zich wederrechtelijk toe-eigenen' gebezigd in de betekenis die daaraan in art. 321 Sr toekomt. Volgens vaste rechtspraak is van zodanig toe-eigenen sprake indien een persoon zonder daartoe gerechtigd te zijn als heer en meester beschikt over een goed dat aan een ander toebehoort (vgl. onder meer HR 13 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:57).
2.6.
Het Hof heeft het verweer verworpen dat de verdachte de bedrijfsauto ook na 31 juli 2013 mocht blijven gebruiken omdat de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd was verlengd, aangezien het Hof die stelling kennelijk niet aannemelijk heeft geacht. Dat oordeel van het Hof is niet onbegrijpelijk. Het oordeel van het Hof dat de verdachte zich die bedrijfsauto wederrechtelijk heeft toegeëigend, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd, in aanmerking genomen dat het Hof niet alleen heeft vastgesteld dat de verdachte de auto na 31 juli 2013 tot zijn aanhouding op 15 oktober 2013 is blijven gebruiken, maar ook dat door aan de zijde van de verdachte gelegen omstandigheden de betaling van de factuur van 31 juli is gestorneerd, dat de verhuurder herhaaldelijk heeft geprobeerd met de verdachte in contact te komen, maar dat de verdachte niet-traceerbaar was, ook niet aan de hand van het door hem opgegeven adres.
2.7.
Het middel faalt.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 september 2016.