Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
13 september 2016.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, in een economische strafzaak. De zaak betreft de sloop van asbest en de naleving van de Arbeidsomstandighedenwet. De Advocaat-Generaal bij het Hof heeft middelen van cassatie voorgesteld, waarop de raadsman van de verdachte, N.A. Heidanus, heeft gereageerd door het beroep tegen te spreken. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen op 13 september 2016. Het arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en A.L.J. van Strien, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.