ECLI:NL:HR:2016:2048

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 september 2016
Publicatiedatum
9 september 2016
Zaaknummer
15/01976
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onrechtmatige daad en afbreken van onderhandelingen met overheidslichaam

In deze zaak heeft Recreatiepark Kinselmeer B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. Het hof had eerder een vonnis van de rechtbank Alkmaar en een vonnis van de rechtbank Noord-Holland bevestigd. De zaak betreft een onrechtmatige daad en de vraag of er een voorbehoud is gemaakt bij het afbreken van onderhandelingen met een overheidslichaam, in dit geval het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. De Hoge Raad heeft de klachten van Kinselmeer in het principale beroep verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Hierdoor kwam het voorwaardelijk incidentele beroep van het Hoogheemraadschap niet aan de orde. De Hoge Raad heeft Kinselmeer veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 848,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

9 september 2016
Eerste Kamer
15/01976
EE/JS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
RECREATIEPARK KINSELMEER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaten: mr. R.P.J.L. Tjittes en mr. G.R. den Dekker,
t e g e n
de publiekrechtelijke rechtspersoon HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER,
zetelende te Heerhugowaard,
VERWEERDER in cassatie, eiser in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Kinselmeer en het Hoogheemraadschap.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 137957/HA ZA 12-217 van de rechtbank Alkmaar van 31 oktober 2012 en van de rechtbank Noord-Holland van 10 juli 2013;
b. het arrest in de zaak 200.139.460/01 van het gerechtshof Amsterdam van 18 november 2014.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Kinselmeer beroep in cassatie ingesteld. Het Hoogheemraadschap heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor het Hoogheemraadschap mede door mr. R.L. de Graaff.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het principale beroep.
De advocaten van Kinselmeer hebben bij brief van 10 juni 2016 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het principale beroep;
veroordeelt Kinselmeer in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van het Hoogheemraadschap begroot op € 848,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
9 september 2016.