ECLI:NL:HR:2016:194

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 februari 2016
Publicatiedatum
4 februari 2016
Zaaknummer
15/04415
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 februari 2016 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie. Het beroep was ingesteld door belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 18 september 2015, waarin het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van 7 mei 2015 werd behandeld. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de griffier van de Hoge Raad belanghebbende op 31 oktober 2015 per aangetekende brief heeft gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en een termijn van vier weken heeft gesteld voor de betaling. Aangezien het griffierecht niet is voldaan, heeft de griffier op 2 december 2015 belanghebbende opnieuw in de gelegenheid gesteld om te verklaren waarom de betaling niet tijdig heeft plaatsgevonden. Belanghebbende heeft hierop echter geen gebruik gemaakt.

Op basis van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De Hoge Raad heeft verder geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de raadsheren.

Uitspraak

5 februari 2016
Nr. 15/04415
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank Den Haagvan 18 september 2015, nr. SGR 15/1262 V, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank van 7 mei 2015, nr. SGR 15/1262.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 31 oktober 2015, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 2 december 2015, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL eveneens is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2016.