ECLI:NL:HR:2016:1920

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 augustus 2016
Publicatiedatum
12 augustus 2016
Zaaknummer
15/05594
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Rechtbank Rotterdam inzake onroerendezaakbelastingen gemeente Molenwaard

In deze zaak heeft belanghebbende, [X], beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 25 november 2015. Deze uitspraak betrof de beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Molenwaard voor de jaren 2013 en 2014, met betrekking tot de onroerende zaak gelegen aan [a-straat 1] te [Q]. De Rechtbank had in deze zaak eerder geoordeeld over de geldigheid van de aanslagen en de waardering van de onroerende zaak.

In het cassatieberoep heeft belanghebbende een aantal middelen voorgesteld, die door de Hoge Raad zijn beoordeeld. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard heeft een verweerschrift ingediend, waartegen belanghebbende een conclusie van repliek heeft ingediend. De Hoge Raad heeft de middelen van belanghebbende echter niet gegrond verklaard.

De Hoge Raad oordeelt dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Ten slotte heeft de Hoge Raad beslist dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Het beroep in cassatie is ongegrond verklaard, en het arrest is openbaar uitgesproken op 12 augustus 2016.

Uitspraak

12 augustus 2016
nr. 15/05594
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank Rotterdamvan 25 november 2015, nrs. ROT 14/7568 en 14/7569, betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Molenwaard voor de jaren 2013 en 2014 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Q].

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2016.