ECLI:NL:HR:2016:1871

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 april 2016
Publicatiedatum
1 augustus 2016
Zaaknummer
14/06338
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake voorbereidingshandelingen Opiumwet

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 9 december 2014 werd gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1973. De verdachte was betrokken bij voorbereidingshandelingen voor het opzettelijk verstrekken en vervoeren van cocaïne, waarbij hij een telefonische afspraak maakte en 400 gram cocaïne voorhanden had. Het beroep in cassatie werd ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat A.R.A.R. Sitaldin uit Amsterdam. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee het oordeel van het Gerechtshof. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 april 2016.

Uitspraak

5 april 2016
Strafkamer
nr. S 14/06338
NA/ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 9 december 2014, nummer 23/004937-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973.

1..Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft A.R.A.R. Sitaldin, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2..Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3..Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 april 2016.