ECLI:NL:HR:2016:1507

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juli 2016
Publicatiedatum
12 juli 2016
Zaaknummer
15/02717
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van bestuurders na faillissement van een zorgbureau en de rol van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Zorgbureau Holding B.V. en andere vennootschappen (hierna: Zorgbureau c.s.) tegen Hendrik Marinus Gotink, curator in het faillissement van Het Zorgbureau Twente B.V. De zaak betreft de aansprakelijkheid van bestuurders na het faillissement van een zorgbureau, met specifieke aandacht voor de vraag of er sprake was van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling die een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten van de rechtbank Overijssel en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die aan deze zaak ten grondslag liggen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt Zorgbureau c.s. in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 4.208,34.

Uitspraak

8 juli 2016
Eerste Kamer
15/02717
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. ZORGBUREAU HOLDING B.V.,
gevestigd te Hengelo,
2. TT B.V.,
gevestigd te Hengelo,
3. QUEST B.V.,
gevestigd te Hengelo,
4. [verweerster 4],
wonende te [woonplaats],
5. [verweerder 5],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. A.E.H. van der Voort Maarschalk,
t e g e n
Hendrik Marinus GOTINK, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Het Zorgbureau Twente B.V.,
wonende en kantoorhoudende te Hengelo,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. T.T. van Zanten.
Verzoekers zullen hierna ook worden aangeduid als Zorgbureau c.s. en verweerder als de curator.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. De vonnissen in de zaak C/08/141403 HA ZA 13-503 van de rechtbank Overijssel van 23 oktober 2013 en 29 januari 2014, hersteld bij vonnis van 2 april 2014;
b. de arresten in de zaak 200.149.440 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 5 augustus 2014 en 3 maart 2015.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 3 maart 2015 hebben Zorgbureau c.s. beroep in cassatie ingesteld.
De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De curator heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Zorgbureau c.s. mede door mr. M.B.F. Canisius.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van Zorgbureau c.s. heeft bij brief van 10 juni 2016 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Zorgbureau c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de curator begroot op € 2.008,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
8 juli 2016.