Uitspraak
29 januari 2016
Nr. 15/04954
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende).
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende).
1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 28 oktober 2014, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, verzocht binnen vier weken na de dagtekening van deze brief een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen.
Belanghebbende is evenwel in gebreke gebleven aan dat verzoek te voldoen.
Aangezien belanghebbende geen (schriftelijke) uitspraak van het Gerechtshof op het hoger beroep noch een uitspraak van de Rechtbank als bedoeld in artikel 8:55, lid 7, letter a en b, van de Awb heeft overgelegd is het niet mogelijk te bepalen waarop het geschil betrekking heeft, derhalve zal de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2.Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3.Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2016.