ECLI:NL:HR:2016:1381

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 juli 2016
Publicatiedatum
5 juli 2016
Zaaknummer
14/05712
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie in strafzaak met betrekking tot daderschap en DNA-bewijs in een inbraak op Bonaire

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 juli 2016 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De verdachte, geboren in 1985, was veroordeeld voor een inbraak op 14 december 2011 in een woning op Bonaire. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat Th.J. Kelder middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en tot vermindering van de opgelegde straf.

De Hoge Raad heeft de bewijsmiddelen beoordeeld, waaronder een proces-verbaal van aanvullende aangifte en een technisch sporenonderzoek. De verdachte werd beschuldigd van het stelen van diverse goederen uit de woning, waarbij hij de achterdeur had geforceerd. Een bloedspoor dat op de muur ter hoogte van de achterdeur werd aangetroffen, matchte met het DNA-profiel van de verdachte, wat leidde tot de conclusie dat hij de inbraak had gepleegd. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof over het daderschap van de verdachte niet onbegrijpelijk was, aangezien er geen verklaring was voor de aanwezigheid van het bloedspoor.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn voor het cassatieberoep was overschreden, wat leidde tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van zeven jaren naar zes jaren en acht maanden. De overige middelen van cassatie werden verworpen, en de Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak uitsluitend wat betreft de duur van de gevangenisstraf.

Uitspraak

5 juli 2016
Strafkamer
nr. S 14/05712 A
IF/EC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, van 25 september 2014, nummer H 106/2014, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft Th.J. Kelder, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, tot vermindering van de opgelegde straf en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het tweede middel

2.1.
Het middel klaagt onder meer dat het onder 3 bewezenverklaarde wat betreft het daderschap van de verdachte ontoereikend is gemotiveerd.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is onder 3 bewezenverklaard:
"dat hij op 14 december 2011, op Bonaire, alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening - uit een woning, gelegen aan de [a-straat 1] , alwaar de verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond - heeft weggenomen
- een Wii box + een aantal afstandsbedieningen en
- een laptop (HP) en
- een gamecube + afstandsbediening en
- een sieraden doos voorzien van gouden kettingen, zilveren kettingen en oorbellen en
- een computerspel "Nintendo",
geheel toebehorende aan [betrokkene 1] , waarbij hij, verdachte, zich de toegang tot die woning heeft verschaft en die goederen onder zijn bereik heeft gebracht door een deur van die woning open te breken."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"7. Proces-verbaal van aanvullende aangifte, d.d. 14 november 2013, inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de aangever [betrokkene 1] :
Wij wonen in de woning aan de [a-straat 1] te Bonaire. Op 14 december 2011, kwamen mijn partner en ik thuis. Ik deed de voordeur open en zag direct dat de achterdeur openstond. De totale goederen die wij missen zijn onder andere:
WIJ-box;
3 afstandsbedieningen (gamehands) witkleurig;
Laptop HP 17 inch, witkleurig;
Gamekube + 1 afstandsbediening (gamehands);
1x sieraden doos voorzien van gouden kettingen, zilveren kettingen en oorbellen;
1x computerspel "Nintendo".
Wij hebben niemand het recht en/of toestemming gegeven om de achterdeur van onze woning open te breken en onze woning te betreden met het doel de eerder genoemde goederen uit onze woning weg te nemen.
Het ontvreemde is geheel mijn eigendom. Niemand had het recht of de toestemming om het goed van mij weg te nemen en zich toe te eigenen.
8. Proces-verbaal van technisch sporenonderzoek plaats delict, d.d. 20 december 2011, inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van de verbalisant:
Op 14 december 2011 begaf ik, verbalisant, mij naar [a-straat 1] voor een aldaar gepleegde inbraak. Ik zag dat de achterdeur geforceerd was. Op de muur ter hoogte van de achterdeur zag ik een bloedspoor. Dit bloedspoor werd bemonsterd en veiliggesteld voor verder te verrichten onderzoek. De bemonstering werd gewaarmerkt met een sin sticker voorzien van nummer AAAG4096NL. De sporen zijn doorgestuurd naar het Nederlands Forensisch Instituut.
9. Proces-verbaal van technisch onderzoek, d.d. 14 januari 2014, zoals hierboven onder 5 weergegeven.
10. NFI-rapport d.d. 17 december 2013, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het DNA-profiel van verdachte [verdachte] is opgenomen in de DNA-databank van Caribisch Nederland. Dit DNA-profiel matcht met de DNA-profielen in DNA-profielcluster 22163. Dit betekent dat het sporenmateriaal in DNA-profielcluster 22163 afkomstig kan zijn van de verdachte [verdachte] RAAY8419NL. Het DNA-profiel van [verdachte] RAAY8419NL is toegevoegd aan DNA-profielcluster 22163. Voor de gegevens van de zaken en de matchkans van de DNA profielen in dit DNA-profielcluster wordt verwezen naar DNA-profielcluster 22163.
11. Een geschrift behorende bij DNA-profielcluster 22163, d.d. 17 december 2013, inhoudende, zakelijk weergegeven:
De in de bemonstering ter hoogte van de achterdeur (AAAG4096NL#01) verkregen DNA profiel, matcht met het DNA profiel van de verdachte [verdachte] , met een berekende frequentie van kleiner dan 1 op 1 miljard."
2.3.
Blijkens de gebezigde bewijsmiddelen heeft het Hof vastgesteld dat de achterdeur van de woning aan de [a-straat 1] te Bonaire is opengebroken en dat op de muur ter hoogte van de achterdeur een bloedspoor is aangetroffen dat met een berekende frequentie van kleiner dan 1 op 1 miljard matcht met het DNA-profiel van de verdachte. Het kennelijke oordeel van het Hof dat dit bloedspoor aldaar is terechtgekomen als gevolg van het door de verdachte openbreken van de achterdeur en dat de verdachte derhalve degene is geweest die de diefstal heeft gepleegd, is niet onbegrijpelijk. Daarbij heeft de Hoge Raad in aanmerking genomen dat uit geen van de stukken waarvan hij kennisneemt, blijkt dat de verdachte een verklaring heeft gegeven voor de aanwezigheid van dit bloedspoor op die plaats.
2.4.
Het middel faalt in zoverre.

3.Beoordeling van de middelen voor het overige

De middelen kunnen ook voor het overige niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen in zoverre niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak

De verdachte bevindt zich in voorlopige hechtenis. De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van zeven jaren.

5.Slotsom

Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad geen andere dan de hiervoor onder 4 genoemde grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

6.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert deze in die zin dat deze zes jaren en acht maanden beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 juli 2016.