Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Amsterdam,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
17 juni 2016.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 juni 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen de stichting Ymere. De zaak betreft een geschil over huurrecht en de schadevergoeding wegens gebruik in strijd met de woonbestemming. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die in de feitelijke instanties zijn gewezen, waaronder vonnissen van de kantonrechter in Amsterdam en arresten van het gerechtshof Amsterdam. De advocaat van [eiser], mr. E.H. van Staden ten Brink, heeft het beroep in cassatie toegelicht, terwijl Ymere niet is verschenen in de procedure. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van [eiser] niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Ymere zijn begroot op nihil. Deze uitspraak is gedaan door de vice-president en een aantal raadsheren, en is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.