ECLI:NL:HR:2016:1117

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 juni 2016
Publicatiedatum
7 juni 2016
Zaaknummer
15/04221
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de appeldagvaarding wegens gebrekkige betekening aan verdachte in het buitenland

In deze zaak gaat het om de nietigheid van de appeldagvaarding in een strafzaak tegen een verdachte die in het buitenland woonde. De Hoge Raad heeft op 7 juni 2016 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1984, had beroep ingesteld tegen een bij verstek gewezen arrest van het Hof, dat op 30 juni 2015 was uitgesproken. De advocaat van de verdachte, J. Kuijper, had middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest waren gehecht.

De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot nietigverklaring van de appeldagvaarding. De Hoge Raad oordeelde dat de dagvaarding niet rechtsgeldig was betekend, omdat deze niet was verzonden naar het van de verdachte bekende adres in Duitsland, zoals vereist door artikel 588, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad stelde vast dat de verdachte niet was ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) en niet in Nederland gedetineerd was, waardoor de betekening van de dagvaarding niet op de juiste wijze had plaatsgevonden.

De Hoge Raad verklaarde de appeldagvaarding om doelmatigheidsredenen nietig en vernietigde de bestreden uitspraak van het Hof. De overige middelen van cassatie behoefden geen bespreking meer, aangezien de nietigheid van de dagvaarding voldoende was om de uitspraak te vernietigen. Dit arrest benadrukt het belang van correcte betekening van dagvaardingen, vooral wanneer de verdachte zich in het buitenland bevindt.

Uitspraak

7 juni 2016
Strafkamer
nr. S 15/04221
ABO/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 30 juni 2015, nummer 21/006864-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur en aanvullende schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schrifturen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot nietigverklaring van de appeldagvaarding.

2 Beoordeling van het tweede middel

2.1.
Het middel klaagt over het oordeel van het Hof dat de dagvaarding in hoger beroep rechtsgeldig is betekend. Het voert daartoe aan dat deze dagvaarding niet op de voet van art. 588, tweede lid, Sv is verzonden naar verdachtes adres in Duitsland.
2.2.1.
De bestreden uitspraak is bij verstek gewezen. De inhoud van de op de voet van art. 434, eerste lid, Sv aan de Hoge Raad toegezonden stukken is, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 19.
2.2.2.
Uit de stukken van het geding blijkt niet dat de appeldagvaarding op de voet van art. 588, tweede lid, Sv is verzonden naar het van de verdachte bekende adres in Duitsland, te weten [a-straat 1] te [plaats], zodat ervan moet worden uitgegaan dat dit niet is geschied.
2.3.
Indien op grond van het daartoe ingestelde onderzoek als vaststaand kan worden aangenomen dat de verdachte niet is ingeschreven in een BRP en niet in Nederland is gedetineerd, en van hem ook niet een feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland maar wel een adres in het buitenland bekend is, geschiedt de betekening van de dagvaarding door toezending van de dagvaarding door het openbaar ministerie hetzij rechtstreeks aan het laatst bekende adres van de verdachte in het buitenland, hetzij door tussenkomst van de bevoegde buitenlandse autoriteit of instantie (art. 588, tweede lid, Sv). Door die toezending is de dagvaarding rechtsgeldig betekend (vgl. HR 12 maart 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5163, NJ 2002/317, rov. 3.19).
2.4.
Uit de onder 2.2.1 bedoelde stukken moet worden afgeleid dat de verdachte ten tijde van het betekenen van de dagvaarding in hoger beroep niet was gedetineerd en dat van hem niet een feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland maar wel het in 2.2.2 vermelde adres in het buitenland bekend was. Gelet hierop en in aanmerking genomen hetgeen hiervoor is overwogen, is het in de bestreden uitspraak besloten liggende oordeel van het Hof dat de appeldagvaarding rechtsgeldig is betekend, niet toereikend gemotiveerd. De Hoge Raad zal deze dagvaarding om doelmatigheidsredenen nietig verklaren.
2.5.
Het middel is gegrond.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verklaart de appeldagvaarding nietig.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
7 juni 2016.