2.2.Deze bewezenverklaringen steunen op de volgende bewijsmiddelen:
"1.
Een voor kopie conform het origineel getekend proces-verbaal van aangifte d.d. 31 augustus 2009 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL1532/2009/46991-2. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 1):
als de op 31 augustus 2009 afgelegde verklaring van [betrokkene 1] :
Op 19 juni 2009 kreeg ik een brief van CZ Zorgkantoor Haaglanden. In de brief stond dat ik een bedrag van € 4.849,18 moest betalen. Het bedrag zou de afrekening zijn van het Persoons Gebonden Budget voor de zorg voor het jaar 2009.
Ik wist hier niets van af en belde met CZ, ik hoorde van een medewerkster van CZ dat het bedrag gestort was op een rekeningnummer eindigend op [0001] . Het rekeningnummer zegt mij niets. Mijn moeder is in 2007 overleden.
Er zijn door CZ tot en met februari 2009 voorschotten verstrekt voor in totaal een bedrag van € 45.362,18. Het geld was overgemaakt op rekening: [0001] .
Er is hiervoor een overeenkomst opgemaakt en er zijn verantwoordingsformulieren naar het CZ opgestuurd. Waarvan CZ mij een kopie deed toekomen.
Na bestudering zag ik dat de handtekening op het formulier niet van mijn moeder was. Ik zag op de overeenkomst dat als zorgverzekeraar Zilverenkruis werd opgegeven met polisnummer [0002] . Dit klopt niet, mijn moeder zat bij Delta Lloyd Ohra met polisnummer [0003] .
2.
Een geschrift, zijnde een brief van CZ zorgkantoren, zorgkantoor Haaglanden, opgemaakt en ondertekend door [betrokkene 2] d.d. 28 augustus 2009. Dit geschrift houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
Enige tijd geleden hebben wij vernomen dat [betrokkene 3] is overleden op 21 december 2007. Aangezien deze informatie ons niet eerder bereikte, hebben er ook na het overlijden nog betalingen plaatsgevonden. Wij hebben tot februari 2009 de voorschotten uitbetaald op girorekening [0001] .
De volgende betalingen hebben plaatsgevonden:
December 2008: € 40.513,00
Januari 2009: € 1.276,10
Februari 2009: € 3.573,08
Totaal: € 45.362,18
Deze betalingen hebben naar nu blijkt onverschuldigd plaatsgevonden. Na bestudering van het dossier van [betrokkene 3] hebben wij geconstateerd dat er op 20 december 2008 uit haar naam nog een overeenkomst PGB is afgesloten en ondertekend. Aangezien [betrokkene 3] op die datum reeds was overleden, kan zij dit formulier nooit zelf hebben ondertekend.
Daarnaast ontvingen wij uit naam van [betrokkene 3] nog verantwoordingsformulieren voor de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008.
3.
Een geschrift, zijnde een rapportage/aangifte van CZ zorgkantoor, opgemaakt en ondertekend door [betrokkene 2] d.d. 5 augustus 2009.
Dit geschrift houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
Het Zorgkantoor ontving op 17 december 2008 een indicatie voor [betrokkene 3] .
Vervolgens is er op 17 december 2008 een blanco PGB overeenkomst naar [betrokkene 3] verstuurd. Deze is verstuurd naar het adres [b-straat 1] te Den Haag.
Op 23 december 2008 ontving het Zorgkantoor de PGB overeenkomst retour. Hierop is een correspondentieadres in Rotterdam ingevuld, namelijk de [a-straat 1] . Daarnaast is voor de betaling van de voorschotten aangegeven dat deze betaald konden worden op postbankrekeningnummer [0001] .
Na de verwerking van deze gegevens in onze administratie wordt op 23 december 2008 de toe- kenningsbeschikking verstuurd met daarin o.a. de hoogte van het budget, de hoogte van de voorschotten en blanco verantwoordingsformulieren. Deze wordt verstuurd naar het correspondentieadres in Rotterdam.
Op 23 december 2008 ontving het Zorgkantoor ook de verantwoordingsformulieren ingevuld retour. Het feit dat deze op dezelfde datum terugkomen lijkt onmogelijk. Op de verantwoordingsformulieren wordt aangegeven dat er zorg is verleend aan [betrokkene 3] door Thuiszorg de Lely en Sisi Thuiszorg.
Op basis van de indicatie en de PGB overeenkomst is er door het Zorgkantoor een PGB verstrekt en zijn er voorschotten uitbetaald. Naar aanleiding van de gegevens op de overeenkomst PGB zijn de voorschotten uitbetaald op postbankrekeningnummer [0001] . Voor de periode 01-01-2008 tot en met 28-02-2009 is er een bedrag van € 45.362,18 aan voorschotten op dit postbankrekeningnummer betaald.
Over de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 is het volgende verantwoord:
Thuiszorg De Lely: € 26.157,50
SiSi Thuiszorg BV: € 15.228,50
Totaal 2008: € 41.386,00
We hebben deze verantwoording via een regulier verantwoordingsformulier ontvangen op 23 december 2008. Deze zou door de budgethouder ondertekend zijn op 20 december 2008, maar toen was [betrokkene 3] al overleden, dus de handtekening is vervalst. Er is telefonisch contact gezocht met beide thuiszorgorganisaties. Op 27 augustus 2009 is er gebeld met Thuiszorg De Lely. Men heeft geen zorg verleend aan [betrokkene 3] en ook geen geld ontvangen voor verleende zorg.
Op 27 augustus 2009 is ook gebeld met SiSi Thuiszorg. Ook zij verklaarde dat zij niet bekend is met [betrokkene 3] . Zij heeft geen zorg verleend aan [betrokkene 3] en zij heeft hiervoor ook geen geld ontvangen.
4.
Een voor kopie conform het origineel getekend proces-verbaal relaas d.d. 10 augustus 2010 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17I0 2009415010-2. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 35):
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 31 augustus 2009 deed [betrokkene 1] aangifte.
Uit de bij de aangifte aangeleverde bijlagen bleek dat het toegekende budget was overgemaakt naar het bankrekeningnummer [0001] . Dit bankrekeningnummer bleek te zijn afgegeven door de ING bank.
Middels een vordering verstrekking identificerende gegevens ex artikel 126 nc van het Wetboek van Strafvordering werden de naam-, adres en woonplaatsgegevens van dit rekeningnummer gevorderd.
Hieruit bleek dat het bankrekeningnummer was afgegeven aan [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1990, [c-straat 1] te Rotterdam.
5.
Een geschrift, zijnde een kopie van een afschrift Studentenrekening bij ING, girorekening [0001] op naam van [verdachte] , [c-straat 1] te Rotterdam (blz. 60, 69 en 71) als bijlage gevoegd bij een voor kopie conform het origineel proces-verbaal van bevindingen van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 9 juli 2010 met nr. 2009415010 (blz. 59).
Het geschrift houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
29 DEC CZ Zorgkantoor BIJ: 40.513,00
Betaling P GB
Voorschot 20081201
28 JAN CZ Zorgkantoor BIJ: 1.276,10
Betaling PGB
Voorschot 20090101
3 FEB CZ Zorgkantoor BIJ: 3.573,08
Betaling PGB
Voorschot 20090201
6.
Een voor kopie conform het origineel getekend proces-verbaal van verhoor verdachte van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 18 oktober 2010 met nummer PL710 2009415010-12.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 119 e.v.):
als de op 18 oktober 2010 afgelegde verklaring van de verdachte:
Vóór januari 2010 werd mijn studiebeurs op een andere rekening gestort. Dit was een rekening bij ING. Het nummer van deze rekening is [0001] .
Ik ben de enige die gebruik maakt van deze rekeningen.
Ik heb nooit geld gewonnen, ik heb nooit een erfenis ontvangen. Ik heb geen schenkingen of giften gekregen.
Het geld, het bedrag van 40.513,00 dat op 29 december 2008 op mijn rekening was gestort, was er. Ik heb gebruik gemaakt van dit geld. Ik heb onder andere geld uitgegeven aan babyspulletjes. Ik had gezien dat het een PGB betrof. Ik weet dat dit een Persoonsgebonden Budget is. Ik heb op school geleerd dat je een PGB krijgt uitgekeerd als je ziek bent. Dit bedrag krijg je maandelijks uitgekeerd. Indien je het geld niet maandelijks hebt ontvangen, krijg je het bedrag in een keer uitgekeerd.
7.
Een voor kopie conform het origineel getekend proces-verbaal van verhoor verdachte van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 19 oktober 2010 met nummer PL710 2009415010-15.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 124 e.v.):
als de op 19 oktober 2010 afgelegde verklaring van de verdachte:
Deze persoon stortte zijn geld op mijn rekening met nummer [0004] en daarna werd het weer van mijn rekening gehaald.
8.
De verklaring van de verdachte.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 17 januari 2014 verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik heb de beschikking over geldbedragen gehad en heb deze ook opgenomen.
Het hele bedrag is, aan van alles en nog wat, opgegaan en daar ben ik zelf geheel verantwoordelijk voor."