ECLI:NL:HR:2016:1009

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 mei 2016
Publicatiedatum
31 mei 2016
Zaaknummer
15/01900
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstek verleend en aanwezigheidsrecht in geval van opname in psychiatrisch ziekenhuis

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 mei 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1972, was ten tijde van de behandeling van haar strafzaak in hoger beroep opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Hierdoor was zij verhinderd om op de zitting in hoger beroep te verschijnen. Het hof had verstek verleend tegen de verdachte, wat achteraf onjuist bleek te zijn. De Hoge Raad oordeelde dat het van groot belang is dat de verdachte de mogelijkheid heeft om haar zaak in haar tegenwoordigheid of die van een gevolmachtigd raadsman te laten behandelen. De Hoge Raad vernietigde het bestreden arrest en wees de zaak terug naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het arrest en terugwijzing, wat door de Hoge Raad werd gevolgd. De uitspraak benadrukt het recht van de verdachte op aanwezigheid bij de behandeling van haar zaak, vooral in situaties waarin zij door omstandigheden, zoals ziekte, niet in staat is om te verschijnen.

Uitspraak

31 mei 2016
Strafkamer
nr. S 15/01900
AJ/EC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 10 april 2015, nummer 20/002489-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.S. Nan, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1.
Het middel strekt ten betoge dat het Hof ten onrechte verstek heeft verleend tegen de niet verschenen verdachte aangezien deze ten tijde van de behandeling van haar zaak ter terechtzitting in hoger beroep in een psychiatrisch ziekenhuis verbleef en zij niet vrijwillig afstand heeft gedaan van haar recht om bij de behandeling van haar zaak aanwezig te zijn.
2.2.
Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep houdt in dat aldaar de verdachte niet is verschenen, dat tegen haar verstek is verleend en dat het onderzoek is gesloten.
2.3.
Uitgangspunt is dat indien de dagvaarding van een verdachte die is ingeschreven in de BRP, rechtsgeldig is betekend en de verdachte noch een door hem bepaaldelijk gevolmachtigd raadsman op de terechtzitting is verschenen, de rechter - behoudens duidelijke aanwijzingen van het tegendeel - kan uitgaan van het vermoeden dat de verdachte vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn recht om in zijn tegenwoordigheid te worden berecht. Nochtans bestaat de mogelijkheid dat achteraf moet worden vastgesteld dat aan het recht van de verdachte om in zijn tegenwoordigheid te worden berecht, is tekortgedaan. Dit kan zich voordoen indien de verdachte wegens ziekte is verhinderd op de terechtzitting te verschijnen zonder dat dit de rechter bekend was.
2.4.
Uit de in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4.3 weergegeven inhoud van de in cassatie overgelegde stukken - aan de herkomst en betrouwbaarheid waarvan in redelijkheid niet behoeft te worden getwijfeld - moet worden afgeleid dat de verdachte ten tijde van de behandeling van haar strafzaak in hoger beroep in een psychiatrisch ziekenhuis verbleef en om die reden verhinderd was op de terechtzitting in hoger beroep te verschijnen, zodat de beslissing van het Hof om tegen de verdachte verstek te verlenen en het onderzoek ter terechtzitting voort te zetten, achteraf bezien, onjuist was. Gelet op het grote belang van de verdachte om bij de behandeling van haar zaak aanwezig te zijn of zich door een gevolmachtigd raadsman te laten verdedigen, brengt het vorenoverwogene mee dat - aangenomen dat zich niet het geval voordoet als bedoeld in art. 16, eerste lid, Sv onderscheidenlijk art. 509a, eerste lid, Sv - de verdachte de mogelijkheid dient te hebben om haar zaak alsnog in hoger beroep in haar tegenwoordigheid of de tegenwoordigheid van een gevolmachtigd raadsman te doen behandelen.
2.5.
Het middel is terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het tweede middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
31 mei 2016.