Uitspraak
gevestigd te Sittard,
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
3 april 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 april 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Chromaflo Technologies Europe B.V. (voorheen CPS Color Sittard B.V.) en een voormalige werknemer, aangeduid als [verweerder]. De zaak betreft werkgeversaansprakelijkheid in het kader van een beroepsziekte, specifiek het organisch psychosyndroom (OPS) en chronische toxische encefalopathie (CTE). De werknemer heeft van 1989 tot 2007 bij CPS gewerkt en stelt dat hij als gevolg van blootstelling aan oplosmiddelen tijdens zijn werkzaamheden lijdt aan OPS/CTE. De kantonrechter had de vordering van de werknemer afgewezen, maar het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft deze vordering alsnog toegewezen, omdat CPS onvoldoende had aangetoond dat zij geen tekortkomingen had in het nemen van maatregelen ter voorkoming van schadelijke blootstelling aan oplosmiddelen.
CPS heeft cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarbij de Hoge Raad oordeelt dat het hof de devolutieve werking van het hoger beroep heeft miskend. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat CPS' betwistingen over de blootstelling en de gevolgen daarvan opnieuw moeten worden beoordeeld, aangezien deze in de eerdere instantie onvoldoende zijn onderzocht. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van alle relevante feiten en omstandigheden in arbeidsrechtelijke geschillen, vooral als het gaat om de aansprakelijkheid van werkgevers voor beroepsziekten.