Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Beoordeling van het tweede middel
4.Slotsom
5.Beslissing
31 maart 2015.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 oktober 2013. De verdachte, geboren in 1977, heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij een vordering van de benadeelde partij Enexis B.V. was toegewezen. De advocaat van de verdachte, mr. U. Ural, heeft middelen van cassatie voorgesteld, terwijl mr. A.J. van der Kolk namens de benadeelde partij een verweerschrift heeft ingediend. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak zal vernietigen, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf en de beslissing over de schadevergoeding aan de benadeelde partij. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de redelijke termijn in de cassatiefase is overschreden, wat leidt tot een vermindering van de gevangenisstraf van twee jaren, waarvan een jaar voorwaardelijk. De Hoge Raad heeft ook het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij vastgesteld op € 12.293,20, met een aanpassing van de schadevergoedingsmaatregel. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigd voor wat betreft de vordering van de benadeelde partij en de opgelegde gevangenisstraf, en het beroep voor het overige verworpen.