ECLI:NL:HR:2015:803

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 maart 2015
Publicatiedatum
31 maart 2015
Zaaknummer
13/04742
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over kennelijke misslag in bewezenverklaring van feiten in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 maart 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De verdachte was in hoger beroep veroordeeld voor feiten die zich zouden hebben afgespeeld in Amsterdam, maar de Hoge Raad constateerde dat er sprake was van een kennelijke misslag in de bewezenverklaring. Het Hof had in de aanvulling op het arrest de bewezenverklaring van de pleegplaats verbeterd, maar had de alternatieven 'en/of Amstelveen, in elk geval in Nederland' niet opgenomen in de weergave van de tenlastelegging. De Hoge Raad heeft deze misslag hersteld en de tenlastelegging dienovereenkomstig verbeterd. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak voor wat betreft de feiten in zaak A onder 3 en 4 en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof. De Hoge Raad oordeelde dat de klacht over de bewezenverklaring niet tot cassatie kon leiden, omdat de feitelijke grondslag ontbrak. De overige middelen van de verdachte konden ook niet tot cassatie leiden, waardoor het beroep werd verworpen.

Uitspraak

31 maart 2015
Strafkamer
nr. S 13/04742
KD/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 26 augustus 2013, nummer 23/000510-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. Th.J. Kelder, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak voor zover het betreft de feiten in zaak A onder 3 en 4 en de strafoplegging en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof, teneinde in zoverre op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het tweede middel

2.1.
Het middel bevat onder meer de klacht dat het Hof door bewezen te verklaren dat de in zaak A onder 3 en 4 tenlastegelegde feiten "in Amstelveen" zijn gepleegd, de grondslag van de tenlastelegging heeft verlaten.
2.2.1.
De bestreden uitspraak houdt in dat in de zaak met parketnummer 13-400804-09 (zaak A) aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
"3:
hij op of omstreeks 14 mei 2009 te Amsterdam in het bezit was van een een nationaal paspoort van het United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland (ten name van [betrokkene 1], documentnummer [00001]), in elk geval van een reisdocument, waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het vals of vervalst was, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat voornoemd reisdocument was voorzien van afwijkende foto- c.q. printtechniek en/of afwijkende c.q. onjuiste reactie onder aanstraling met UV-licht en/of afwijkende druk- en reproduktietechnieken en/of dat voornoemd reisdocument was voorzien van een pasfoto van hem, verdachte, terwijl hij, verdachte niet [betrokkene 1] heet en/of dat aan de binnenzijde van de achterste omslag een valse (Emergencies) pagina was aangebracht;
4:
hij op of omstreeks 14 mei 2009 te Amsterdam toen de aldaar dienstdoende [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 326 Wetboek van Strafrecht, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, (had(den) aangehouden) en vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde hem ten spoedigste te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten politiebureau Amstelveen-Zuid, zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner/hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig te rukken en/of te trekken in een richting tegengesteld aan die waarin voornoemde verbalisanten verdachte trachtte(n) te geleiden en/of (met kracht) die De Lang weg te duwen, tengevolge waarvan de opsporingsambtenaar [verbalisant 2] enig lichamelijk letsel (te weten een losgekomen nagel van de rechterduim) bekwam."
2.2.2.
Daarvan is door het Hof bewezenverklaard dat:
"3:
hij op 14 mei 2009 te Amsterdam in het bezit was van een nationaal paspoort van het United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland (ten name van [betrokkene 1], documentnummer [00001]), waarvan verdachte wist dat het vervalst was, bestaande die vervalsing hierin dat voornoemd reisdocument was voorzien van afwijkende foto printtechniek en afwijkende c.q. onjuiste reactie onder aanstraling met UV-licht en afwijkende druk- en reproduktietechnieken en dat aan de binnenzijde van de achterste omslag een valse (Emergencies) pagina was aangebracht;
4:
hij op 14 mei 2009 te Amsterdam toen de aldaar dienstdoende [verbalisant 1] en [verbalisant 2] verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 326 Wetboek van Strafrecht hadden aangehouden en vastgegrepen zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtenaren, werkzaam in de rechtmatige uitoefening hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig te rukken en te trekken in een richting tegengesteld aan die waarin voornoemde verbalisanten verdachte trachtten te geleiden en die De Lang weg te duwen, tengevolge waarvan de opsporingsambtenaar [verbalisant 2] enig lichamelijk letsel, te weten een losgekomen nagel van de rechterduim, bekwam."
2.2.3.
In de aanvulling op het verkorte arrest als bedoeld in art. 365a, tweede lid, Sv, heeft het Hof het volgende overwogen:
"Herstel van een misslag in de bewezenverklaring van het in zaak A onder 3 en 4 bewezenverklaarde. Waar daar onder 3 en 4 'Amsterdam' is bewezenverklaard dient te worden gelezen 'Amstelveen'. Gelet op de bewijsmiddelen met betrekking tot de feiten onder A l, A2, A3 en A4 is de verdachte hierdoor niet geschaad in zijn belang."
2.3.
Bij de aan de Hoge Raad op de voet van art. 434, eerste lid, Sv toegezonden stukken bevinden zich:
( i) een dubbel van de inleidende dagvaarding met parketnummer 13-400804-09, inhoudende dat de verdachte wordt gedagvaard om op 21 januari 2011 ter terechtzitting van de Rechtbank Amsterdam te verschijnen en welk stuk als tenlastelegging behelst hetgeen hiervoor in 2.2.1 is weergegeven;
(ii) een proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg van 21 januari 2011. Dit proces-verbaal houdt in:
"De officier van justitie vordert dat na te noemen, op schrift gestelde wijziging van de tenlastelegging zal worden toegelaten. Na verdachte en de raadsvrouw daarover te hebben gehoord, wijst de rechtbank deze vordering toe en beveelt dat de tenlastelegging wordt gewijzigd zoals omschreven in de vordering, die aan dit proces-verbaal is gehecht en waarvan de inhoud als hier ingevoegd geldt. Nadat de rechtbank heeft beslist dat daarmee kan worden volstaan, verstrekt de griffier een door hem gewaarmerkt afschrift van de wijziging aan verdachte. Met toestemming van verdachte en de raadsvrouw wordt het onderzoek direct voortgezet."
(iii) een vordering wijziging tenlastelegging gedaan ter terechtzitting van 21 januari 2011. Deze vordering houdt in:
"De officier van Justitie (...)
Gezien de dagvaarding in de zaak (...)
Parketnummer: 400804-09
(...)
van oordeel, dat de tenlastelegging als volgt behoort te worden gewijzigd feiten 3, 4, 5 ná Amsterdam: toevoegen: "en/of Amstelveen, in elk geval in Nederland."
(iv) het vonnis van de Rechtbank inhoudende de bewezenverklaring dat de in zaak A onder 3 en 4 tenlastegelegde feiten zijn gepleegd "te Amstelveen."
( v) een dubbel van de dagvaarding van de verdachte in hoger beroep, inhoudende dat de verdachte wordt gedagvaard om op 12 augustus 2013 ter terechtzitting van het Gerechtshof Amsterdam te verschijnen, "teneinde in hoger beroep terecht te staan terzake van het feit (de feiten) hem in eerste aanleg tenlastegelegd (met inbegrip van de eventuele door het openbaar ministerie gevorderde en door de Rechtbank Amsterdam toegestane wijzigingen) bij de dagvaarding(en), vanwege de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam betekend onder parketnummer(s) 13-400804-09 (...)".
2.4.
Uit het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 12 augustus 2013 blijkt niet dat de Advocaat-Generaal bij het Hof een wijziging van de tenlastelegging heeft gevorderd ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 13-400804-09 (zaak A) onder 3 en 4 tenlastegelegde, zodat het in cassatie ervoor moet worden gehouden dat zulks niet is geschied. Gelet hierop en op de stukken weergegeven onder 2.3 neemt de Hoge Raad aan dat als gevolg van een onmiskenbare misslag de alternatieven "en/of Amstelveen, in elk geval in Nederland" niet zijn opgenomen in 's Hofs weergave van de tenlastelegging in het bestreden arrest. De Hoge Raad leest de in het bestreden arrest weergegeven tenlastelegging dienovereenkomstig verbeterd. Hierdoor is aan de klacht de feitelijke grondslag komen te ontvallen, zodat deze niet tot cassatie kan leiden.

3.Beoordeling van de middelen voor het overige

De middelen kunnen ook voor het overige niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen in zoverre niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
31 maart 2015.