Uitspraak
1.Geding in cassatie
De advocaat van de benadeelde partij, mr. D.N. de Jonge, advocaat te Amsterdam, heeft een verweerschrift ingediend.
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
31 maart 2015.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 21 mei 2013 werd gewezen in een economische strafzaak. De verdachte, geboren in 1979, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het eerdergenoemde arrest. De advocaat van de verdachte, mr. E.N. Bouwman, heeft middelen van cassatie voorgesteld, welke zijn gehecht aan het arrest. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de advocaat van de benadeelde partij, mr. D.N. de Jonge, heeft een verweerschrift ingediend.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 31 maart 2015 het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.
De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de beslissing van het Gerechtshof en onderstreept de toepassing van de relevante juridische normen in deze economische strafzaak. De zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling binnen het strafrecht en de toepassing van cassatieprocedures.