ECLI:NL:HR:2015:717

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
24 maart 2015
Zaaknummer
13/03251
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verjaring van strafvordering bij mishandeling

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, gewezen op 5 april 2005, waarin de verdachte werd veroordeeld voor mishandeling. De tenlastelegging betrof een mishandeling die zou hebben plaatsgevonden op of omstreeks 7 september 2002. Het Hof had de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in de vervolging.

De Hoge Raad heeft ambtshalve de verjaring van de strafvordering beoordeeld. Volgens de Hoge Raad is de verjaringstermijn in dit geval vastgesteld op maximaal twaalf jaar, aangezien het feit is strafbaar gesteld als een misdrijf waarop een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren is gesteld. De Hoge Raad concludeert dat het recht tot strafvordering wegens verjaring is vervallen, omdat de verjaringstermijn is overschreden.

Daarom heeft de Hoge Raad, met vernietiging van de bestreden uitspraak, de officier van justitie alsnog niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. Dit arrest is gewezen door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 24 maart 2015.

Uitspraak

24 maart 2015
Strafkamer
nr. S 13/03251
SLU
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 5 april 2005, nummer 24/001859-04, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1941.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. S.M. Carabain-Klomp, advocaat te Meppel, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in de vervolging ter zake van het ten laste gelegde.

2.Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak

2.1.
Bij inleidende dagvaarding is aan de verdachte – zakelijk weergegeven – tenlastegelegd mishandeling, begaan op of omstreeks 7 september 2002.
Het Hof heeft het tenlastegelegde bewezenverklaard en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis.
2.2.
Het hiervoor vermelde feit is bij art. 300, eerste lid, (oud) Sr strafbaar gesteld als misdrijf waarop een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren is gesteld.
2.3.
Het feit is volgens de tenlastelegging begaan op of omstreeks 7 september 2002. Op grond van art. 70, eerste lid aanhef en onder 2˚, in verbinding met art. 72, tweede lid, Sr beloopt de verjaringstermijn in het onderhavige geval ten hoogste twee maal zes jaren. Wat betreft dit feit is derhalve het recht tot strafvordering wegens verjaring vervallen.
2.4.
De Hoge Raad zal, met vernietiging van de bestreden uitspraak, de Officier van Justitie alsnog niet-ontvankelijk verklaren in de vervolging.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, behoudens voor zover daarbij het vonnis van de Politierechter is vernietigd;
verklaart de Officier van Justitie alsnog niet-ontvankelijk in de vervolging.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
24 maart 2015.