Het arrest Fritz Fuss geeft echter grond voor twijfel aan deze gevolgtrekking. Het arrest betreft weliswaar het voormalige Gemeenschappelijk Douanetarief, maar wordt in het arrest van 15 mei 2014, Data I/O GmbH, C-297/13, ECLI:EU:C:2014:331, punt 39, nog steeds van belang geacht. Het gaat in het arrest Fritz Fuss om een elektrisch apparaat dat tezamen met andere apparaten een noodzakelijk element vormt van een elektrisch toestel voor hoorbare of zichtbare signalen. Het Hof van Justitie merkt in punt 5 van het arrest Fritz Fuss elk afzonderlijk apparaat aan als een deel van een elektrisch toestel voor hoorbare of zichtbare signalen en heeft geoordeeld dat deze delen en onderdelen overeenkomstig de criteria van aantekening 2, letter b, op afdeling XVI worden ingedeeld. Gelet op dit arrest en de hiervoor in 2.1 vermelde feiten, zouden aantekening 2 op afdeling XVI van de GN en post 8531 van de GN zo kunnen worden uitgelegd dat de videomultiplexer moet worden ingedeeld onder laatstvermelde post, aangezien de videomultiplexer uitsluitend is bestemd onderdeel te vormen van een systeem dat als geheel dient voor het geven van hoorbare of zichtbare signalen. De sensoren geven in geval van onraad signalen af aan de videomultiplexer, die deze doordat een alarmindicator in werking treedt, zichtbaar of hoorbaar weergeeft. Ook de bewegingsmelder kan, wanneer deze (bepaalde) bewegingen in het beeld van de camera’s waarneemt, de alarmindicator in werking stellen.
Het systeem heeft echter niet alleen een signaleringsfunctie, maar ook een beveiligings- of bewakingsfunctie, in die zin dat door middel van de camera’s en de videomultiplexer beelden worden weergegeven of opgeslagen van een gebouw of terrein. Deze kunnen direct dan wel vanaf de harde schijf worden weergegeven op een beeldscherm. In zoverre zou gedacht kunnen worden aan post 8517 van de GN (onder meer “toestellen voor de overdracht in een kabelnetwerk of in een draadloos netwerk”).
Voorts geeft juist de videomultiplexer aan het systeem nog de functie van gegevensopslag (in een speciaal format op de interne harde schijf) en de weergave van met de camera’s opgenomen beelden al dan niet rechtstreeks dan wel vanaf de harde schijf. In zoverre lijkt sprake van een video-opname- en videoweergaveapparaat in de zin van post 8521 van de GN.
Het middel betoogt dat alsdan vanwege de verschillende functies van het systeem de wezenlijke functie daarvan moet worden bepaald, dat in post 8531 van de GN ook de bewakingsfunctie moet worden begrepen, en dat, gelet op de punten 41 tot en met 43 van het arrest Roeckl, de (geïntegreerde) bewakings- en alarmeringsfunctie de eigenlijke functie van het systeem vormt zodat deze moet worden ingedeeld onder post 8531 van de GN.
De juistheid van deze laatste stelling van het middel is niet zeker. Bij post 8531 van de GN lijkt het te gaan om toestellen die in geval van onraad een signaal afgeven en niet om toestellen die een gebouw of terrein bewaken of beveiligen door beelden ervan met een camera op te nemen, zodat deze op een beeldscherm kunnen worden bekeken. Indien dit laatste anders is, lijkt post 8531 van de GN van toepassing te zijn, omdat het systeem primair gericht is op bewaken en alarmeren en het opnemen en weergeven van opgenomen beelden een daarvan afgeleide functie is.
Ook is denkbaar dat vanwege het feit dat het systeem als geheel complexer is dan de in posten 8517, 8521 en 8531 van de GN bedoelde apparaten de conclusie moet zijn dat post 8543 van de GN van toepassing is, omdat het gaat om een complete machine met een eigen functie, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 85 (vgl. HvJ 20 november 2014, Rohm Semiconductor GmbH, C-666/13, ECLI:EU:C:2014:2388, punt 29).