ECLI:NL:HR:2015:545

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 maart 2015
Publicatiedatum
10 maart 2015
Zaaknummer
13/03238
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onttrekking aan het verkeer van een omgekatte bromfiets

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Amsterdam, waarbij een bromfiets, die onder verdachte in beslag was genomen, aan het verkeer werd onttrokken. De belanghebbende, geboren in 1985, had de bromfiets gekocht van een buurman en gebruikte deze voor school. De bromfiets bleek echter een omgekatte bromfiets te zijn, waarbij het voertuigidentificatienummer (VIN) was verwijderd. De rechtbank oordeelde dat het ongecontroleerde bezit van de bromfiets in strijd was met het algemeen belang, omdat voertuigen zonder identificatienummer vaak van diefstal afkomstig zijn. De belanghebbende betwistte de bevindingen van de politie en stelde dat het mogelijk was om een nieuw identificatienummer aan te brengen. De rechtbank oordeelde echter dat het niet mogelijk was om het oorspronkelijke identificatienummer vast te stellen en dat de vordering tot onttrekking aan het verkeer terecht was. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en verwierp het beroep in cassatie. De beslissing van de rechtbank werd als toereikend gemotiveerd beschouwd, en de opvatting dat een nieuw identificatienummer kon worden toegekend aan een omgekatte bromfiets werd als onjuist bestempeld.

Uitspraak

10 maart 2015
Strafkamer
nr. S 13/03238 B
EC
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Amsterdam van 17 mei 2013, nummer RK 13/1664, gegeven op een vordering als bedoeld in art. 552f Sv, in de zaak van:
[belanghebbende], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de belanghebbende. Namens deze heeft mr. J. el Hannouche, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel bevat de klacht dat de Rechtbank ontoereikend, althans onbegrijpelijk gemotiveerd heeft geoordeeld dat de inbeslaggenomen bromfiets een voorwerp is van zodanige aard, dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met het algemeen belang.
2.2.
Het proces-verbaal van de behandeling in raadkamer houdt in:
"Belanghebbende verklaart, zakelijk weergegeven:
In 2011 kreeg ik de bromfiets. Ik gebruikte hem voor school. Nu werk ik niet, maar tot twee weken terug wel. U zegt mij dat het VIN was verwijderd. Ik had de bromfiets gekocht van een buurman. Ik heb er geen verstand van en hij is bekend dus als hij gestolen is dan moeten ze bij hem zijn.
De raadsman verklaart, zakelijk weergegeven:
Bij gebrek aan wetenschap betwisten mijn cliënte en de beslagene de juistheid van de bevindingen. Mijn cliënte heeft geheel te goeder trouw de bromfiets gekocht voor € 1.000,- en er voor € 300,- aan gesleuteld. De RDW heeft ons gezegd dat het framenummer ongeldig gemaakt kan worden en een nieuw framenummer kan worden ingeslagen.
De beslagene verklaart, zakelijk weergegeven:
Ik wist er niets van. Ik heb geen verstand van brommers.
De officier van justitie verklaart, zakelijk weergegeven:
Het gaat er nu niet om of belanghebbende schuldig is aan een strafbaar feit. Het gaat er om dat voertuigen moeten zijn voorzien van identificatienummer. Anders kan heling en diefstal worden verdoezeld. Voertuigen zonder of met een vals identificatienummer moeten op grond van de wet worden vernietigd.
De raadsman verklaart, zakelijk weergegeven:
Die situatie is mijns inziens te herstellen. De oorspronkelijke eigenaar is overigens zelf ook een aantal keer aangehouden. En daar is geen vervolg aan gegeven. Het lijkt erop dat ook de politie twijfelt.
De belanghebbende verklaart, zakelijk weergegeven:
Ik voel me opgelicht."
2.3.
De bestreden beschikking houdt in:
"Inhoud vordering
De vordering strekt tot onttrekking aan het verkeer van een bromfiets, merk Vespa, voorzien van kenteken [001], omdat uit technisch onderzoek is gebleken dat, onder meer, het voertuigidentificatienummer was verwijderd.
Beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
-relevante feiten-
Op 2 september 2011 is de bromfiets onder beslagene [betrokkene] in beslag genomen nadat verbalisanten hadden geconstateerd dat de bromfiets waarop [betrokkene] reed, was voorzien van een kenteken dat hoorde bij een oud type Vespa ET-2, terwijl de betrokken bromfiets een nieuw model Vespa betrof.
Blijkens het proces-verbaal van 2 september 2011 is uit technisch onderzoek naar voren gekomen dat:
- het voertuigidentificatienummer was verwijderd;
- op de plaats waar het voertuigidentificatienummer hoort te staan, vijl- en/of slijpsporen zichtbaar waren;
- de sticker met het type goedkeuring onleesbaar is gemaakt;
- het aangetroffen motornummer niet conform de originele fabriekswijze was aangebracht en dat de karakters van het motornummer niet overeenkomen met de van fabriekswege gebruikte typen.
Beslagen [betrokkene] heeft verklaard dat hij de bromfiets had geleend van zijn vriendin [belanghebbende] (belanghebbende).
Belanghebbende heeft bij de politie verklaard dat zij de bromfiets voor € 1.000,- heeft gekocht van haar buurman.
Beslagene en belanghebbende hebben geen afstand gedaan van de bromfiets.
-standpunten-
De officier van justitie heeft verklaard dat het Openbaar Ministerie niet voornemens is om de beslagene te vervolgen en dat zij volhardt in de vordering aangezien een bromfiets met een niet door de fabrikant aangebracht voertuigidentificatienummer is bestemd tot het begaan van het strafbare feit, zoals bedoeld in artikel 220 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), en dat een verwijderd en/of gewijzigd motornummer is bestemd tot het begaan van het strafbare feit, zoals bedoeld in artikel 417bis Sr, en het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet en het algemeen belang.
Belanghebbende heeft in raadkamer verklaard dat zij de bromfiets graag terug wil en zich opgelicht voelt. Als de bromfiets is gestolen, moet de politie naar haar buurman gaan.
De raadsman heeft in raadkamer aangevoerd dat belanghebbende, bij gebrek aan wetenschap betwist dat de bevindingen kloppen. Ze heeft de bromfiets te goeder trouw gekocht en er voor € 300,- aan versleuteld. Volgens de raadsman is het volgens de RDW mogelijk dat het framenummer ongeldig wordt gemaakt, en dat er een nieuw framenummer wordt ingeslagen.
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat uit de resultaten van het door de politie gedane onderzoek kan worden vastgesteld dat de onderhavige bromfiets op het moment van inbeslagname geen identificatienummer had.
Het is een feit van algemene bekendheid dat voertuigen voorzien van een vals, vervalst of verwijderd identificatienummer van diefstal afkomstig plegen te zijn. Door deze voertuigen terug te geven wordt het circuit van gestolen voertuigen in stand gehouden dan wel gestimuleerd. Het ongecontroleerde bezit van, in dit geval, een bromfiets zonder framenummer doet dan ook afbreuk aan een effectieve voorkoming en bestrijding van de handel in gestolen bromfietsen en is daarom in strijd met het algemeen belang in de zin van artikel 36c Sr.
Nu door de officier van justitie tevens in raadkamer is aangegeven dat er geen mogelijkheid bestaat om het oorspronkelijke voertuigidentificatienummer opnieuw aan te laten brengen, betekent het dat deze situatie ook ongewijzigd zal blijven.
De rechtbank zal de vordering derhalve toewijzen."
2.4.
Bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevindt zich een "vordering tot onttrekking aan het verkeer" als bedoeld in art. 36b, eerste lid onder 4º, Sr. Deze vordering houdt het volgende in:
"Inbeslaggenomen is:
een bromfiets van het merk Piaggio, type ET-2, kleur zwart en voorzien van kenteken [001]
Overwegende dat uit technisch onderzoek onderstaande onregelmatigheden naar voren zijn gekomen:
• Dat het voertuigidentificatienummer van voornoemd voertuig verwijderd was;
• Dat op de plaats waar het voertuigidentificatienummer behoorde te staan daar vijl- en lof slijpsporen zichtbaar waren;
• Dat de sticker met het typegoedkeuring onleesbaar gemaakt is;
• Dat het aangetroffen motornummer van voornoemd voertuig niet conform de originele fabriekswijze was aangebracht;
• Dat de karakters (de cijfers en letters) van het motornummer niet overeenkomen met de van fabriekswege gebruikte typen;
Overwegende dat ingevolge de artikelen 5.6.0 jo. bijlage VIII en/of artikel 5.6.1 van de Regeling Voertuigen een bromfiets voorzien dient te zijn van een identificatienummer aangebracht op een vast voertuigonderdeel en dat dit nummer als merk beschouwd dient te worden in de zin van artikel 219 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegende dat het etsen van het voertuig met als doel het originele voertuigidentificatienummer te achterhalen waarschijnlijk geen resultaat zal opleveren.
Overwegende dat een bromfiets met een niet door de fabrikant aangebracht voertuigidentificatienummer is bestemd tot het begaan van het strafbare feit van artikel 220 van het Wetboek van Strafrecht en dat een verwijderd en/of gewijzigd motornummer bestemd is tot het begaan van het strafbare feit van artikel 4l7bis van het Wetboek van Strafrecht en dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang;
(...)
Vordert dat de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam bovengenoemde bromfiets aan het verkeer onttrokken zal verklaren."
2.5.
De van belang zijnde wettelijke regeling (de Regeling voertuigen en Bijlage I bij die regeling) is weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 5.7 en 5.8.
Uit art. 2.1 Regeling voertuigen in verbinding met art. 5 lid 5 en art. 12 van de tweede paragraaf van Hoofdstuk I van Bijlage I volgt dat in geval het oorspronkelijke, door de voertuigfabrikant aan het voertuig toegekende identificatienummer niet kan worden vastgesteld, aan dit voertuig geen identificatienummer zal worden toegekend door de Dienst Wegverkeer.
2.6.
Aan de vordering tot onttrekking aan het verkeer ligt ten grondslag dat het gezien de uitkomsten van het ingestelde technisch onderzoek naar de bromfiets naar alle waarschijnlijkheid niet mogelijk is het oorspronkelijke identificatienummer van de inbeslaggenomen bromfiets vast te stellen. Aangezien uit het proces-verbaal van de behandeling in raadkamer niet blijkt dat deze stelling door of namens de belanghebbende is bestreden, moet het ervoor worden gehouden dat het verweer en het middel steunen op de opvatting dat in het geval dat het oorspronkelijke identificatienummer niet meer kan worden vastgesteld, zoals bij een 'omgekatte' bromfiets als de onderhavige, de toekenning van een nieuw identificatienummer mogelijk is. Die opvatting is onjuist.
Het oordeel van de Rechtbank dat het ongecontroleerde bezit van de bromfiets in strijd is met het algemeen belang, is niet onbegrijpelijk en, ook in het licht van hetgeen door en namens de belanghebbende is aangevoerd, toereikend gemotiveerd.
2.7.
Het middel is tevergeefs voorgesteld.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 maart 2015.