Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte aldaar het woord gevoerd overeenkomstig de aan het proces-verbaal gehechte pleitnota. Deze pleitnota houdt in:
"De verdediging verzoekt uw Hof het onderzoek ter terechtzitting aan te houden. De verdediging persisteert in haar verzoek tot het benoemen van een gedragsdeskundige.
Benoemen gedragsdeskundige die zich in verband met de toerekeningsvraag een oordeel dient te vormen omtrent cliënt zijn geestestoestand ten tijde van het delict.
Cliënt werd in de periode juni t/m augustus 2010 in verband met een psychose opgenomen bij het RPC in Woerden. Vanaf september 2010 was cliënt hiervoor in behandeling bij Altrecht in Utrecht. Cliënt werd gediagnosticeerd met een psychose met classificatie P689. Cliënt heeft vervolgens tot medio februari 2011 een rechterlijke machtiging gehad. Op 2 augustus 2012 werd cliënt opnieuw opgenomen door de crisisdienst. Cliënt werd geplaatst op de gesloten Acute Psychiatrie afdeling van Altrecht in Zeist. Cliënt heeft hierna in detentie gezeten van 8 januari 2013 tot en met 21 juni 2013. Cliënt onderging de detentie in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum van PI Vught. Om te voorkomen dat cliënt in vrijheid werd gesteld, werd aan cliënt op 17 juni 2013 een voorlopige machtiging verleend ingevolge de Wet BOPZ. Cliënt werd op 24 juni 2013 in een psychotische toestand overgebracht naar het RPC in Woerden. Cliënt wordt in deze zaak verdacht van een winkeldiefstal op 3 juli 2013. Uit cliënt zijn verklaring blijkt dat hij niet op tijd was teruggekeerd van verlof naar het RPC in Woerden. Nadat cliënt zijn psychiatrische toestand was gestabiliseerd werd cliënt op 12 juli 2013 ontslagen uit het RPC in Woerden. Op 19 juli 2013 wordt cliënt aangehouden op verdenking van diefstal van een Jaguar (21/007265-13). Cliënt wordt voor die zaak in eerste instantie geplaatst op de Extra Zorgvoorziening afdeling van PI Utrecht loc. Wolvenplein maar wordt al snel overgeplaatst naar het Penitentiair Psychiatrisch Centrum van PI Vught. Uit het selectieadvies d.d. 5 september 2013 blijkt dat cliënt verhalen vertelt die niet zijn te volgen, in het luchtledige praat en dat hij op nachtrapport is gezet om hem in de gaten te houden. Uit de indicatiestelling d.d. 5 september 2013 blijkt dat cliënt geen ziektebesef heeft, steeds meer afglijdt in dwanghandelingen en dient te worden overgeplaatst naar het PPC van PI Vught om zijn psychose te stabiliseren. Ook de reclassering stelt in het zogeheten rechtszittingadvies d.d. 11 september 2013 vast dat cliënt niet is te volgen. In dit adviesrapport wordt verwezen naar de Pro Justitia rapportage d.d. 6 maart 2013, waaruit naar voren komt dat er bij cliënt sprake is van psychiatrische problematiek. Er was een vermoeden van een schizofrene stoornis in combinatie met middelengebruik. Het denken van cliënt was inhoudelijk omslachtig en verward waarbij cliënt af en toe een bizarre indrukt maakte. De verdediging stelt dat cliënt zijn psychische stoornis vanaf 2010 nagenoeg gelijk is gebleven. Cliënt heeft geen ziektebesef.
Cliënt was op 3 juli 2013 met verlof en niet tijdig teruggekeerd naar het RPC in Woerden. Cliënt zijn psychiatrische toestand zou pas op 12 juli 2013 zijn gestabiliseerd waarna hij werd ontslagen uit het RPC in Woerden. Volgens de verdediging zijn er deswege aanwijzingen om te veronderstellen dat bij cliënt ten tijde van het feit sprake was van een zodanige gebrekkig ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens dat cliënt over onvoldoende capaciteiten beschikte om de betekenis van zijn gedrag in voldoende mate te beseffen en zijn wil te bepalen. De verdediging stelt dat de feiten hem deswege niet kunnen worden toegerekend. De verdediging stelt dat er in ieder geval aanwijzingen zijn dat cliënt verminderd toerekeningsvatbaar was. De verdediging stelt dat dit blijkt uit de stukken die zijn overgelegd aan uw Hof en het Openbaar Ministerie in de brief d.d. 13 januari 2014, die tevens aan deze pleitnota zijn gehecht. Dit betreft de griffiersverklaring d.d. 17 juni 2013, bewijs van ontslag d.d. 21 juni 2013, selectieadvies d.d. 5 september 2013, indicatiestelling d.d. 5 september 2013, selectiebeslissing d.d. 6 september 2013, reclasseringsadvies d.d. 11 september 2013, beslissing op bezwaar d.d. 16 oktober 2013 en toelichting Selectiefunctionaris d.d. 18 november 2013.
Het inschakelen van een gedragsdeskundige is relevant voor de toerekeningsvraag en de strafmaat.
Het verzoek om een deskundige te benoemen en de opdracht te geven om verslag uit te brengen, is door de verdediging tijdig bij appelschriftuur opgegeven. De verdediging stelt dat het verdedigingsbelang noopt tot benoeming van een deskundige. Voorts stelt de verdediging dat artikel 6 lid 3 sub d EVRM noopt tot het inschakelen van een deskundige."