ECLI:NL:HR:2015:3585

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 december 2015
Publicatiedatum
15 december 2015
Zaaknummer
14/03371
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over betrokkenheid verdachte bij diefstal van elektriciteit

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, dat op 16 juni 2014 werd gewezen. De verdachte is beschuldigd van diefstal van elektriciteit, gepleegd in de periode van 11 september 2012 tot en met 24 januari 2013. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld op basis van de door de verdachte ingediende middelen van cassatie, die zijn voorgesteld door zijn advocaat, mr. O.E. de Jong. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de bevindingen met betrekking tot de tenlastelegging en de strafoplegging. De zaak moet worden terugverwezen naar het Gerechtshof Den Haag voor herbehandeling.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de bewezenverklaring van de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal van elektriciteit niet voldoende is onderbouwd. De bewijsvoering, die onder andere steunt op een proces-verbaal van aangifte van de politie, bevatte onvoldoende motivering om de betrokkenheid van de verdachte te bevestigen. De Hoge Raad oordeelt dat de bestreden uitspraak niet voldoet aan de eisen van de wet, omdat de bewijsvoering niet naar behoren is gemotiveerd.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigd, maar alleen voor wat betreft de beslissingen over de tenlastelegging en de strafoplegging. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof Den Haag, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Voor het overige is het beroep van de verdachte verworpen.

Uitspraak

15 december 2015
Strafkamer
nr. S 14/03371
ABO/KD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 16 juni 2014, nummer 22/003327-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. O.E. de Jong, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de bevindingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging, en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag teneinde in zoverre opnieuw te worden berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het tweede middel

2.1.
Het middel klaagt dat de bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is onder 2 bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 11 september 2012 tot en met 24 januari 2013 te 's-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorend aan Stedin Netbeheer B.V.″
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt in het bijzonder op het volgende bewijsmiddel:
"1. Een proces-verbaal van aangifte van de politie Haaglanden d.d. 8 februari 2013 met nr. PL1533 2013017470—9, met als bijlage een door [betrokkene 1] , fraudespecialist in dienst van Stedin Netbeheer BV opgemaakte en ondertekende 'RAPPORTAGE DIEFSTAL ENERGIE', onder meer inhoudende - zakelijk weergegeven - (blz. 19 t/m 24):
als de op 8 februari 2013 afgelegde verklaring van [betrokkene 1] , dan wel als door hem gerelateerde bevindingen:
Ik ben namens de benadeelde Stedin Netbeheer BV gerechtigd tot het doen van aangifte van diefstal stroom.
Pleegadres : [a-straat 1]
Plaats :'S-GRAVENHAGE
Gepleegd in de periode van: 11 september 2012 t/m 24 januari 2013.
In diverse kamers van genoemd pand werden door de politieambtenaren hennepkwekerijen aangetroffen.
Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van Stedin Netbeheer BV en de elektrische installatie in de meterkast van dat pand zag ik dat de verzegeling van het deksel van de hoofdaansluitkast en stijgleidingkast verbroken en verwijderd waren.
Ik zag dat er aan de onderzijde van de hoofdzekeringen een vier (4) aderige elektriciteitskabel was bijgeplaatst en aangesloten.
Deze elektriciteitskabel zat aangesloten voor de elektriciteitsmeter zodat alle elektriciteit die via deze elektriciteitskabel werd afgenomen niet door de elektriciteitsmeter werd geregistreerd.
Deze elektriciteitskabel was destijds bij het aansluiten van het pand op het elektriciteitsnet van Stedin Netbeheer BV niet in opdracht van Stedin Netbeheer BV geïnstalleerd.
Bij het volgen van die elektriciteitskabel zag ik dat deze uitkwam in een onderverdeelinrichting van elektriciteit van waaruit de aanwezige hennepkwekerijen onbemeten van elektriciteit werden voorzien.
Ik zag dat de kappen van de in de hennepkwekerijen aanwezige assimilatielampen onder een laag stof zaten, wat erop duidt dat deze al een langere tijd aanwezig waren.
Het witte filtermateriaal van de aanwezige koolstoffilters was door het gebruik in de hennepkwekerijen dermate vervuild op een wijze dat de filters minimaal een (1) hennepoogst in werking moeten zijn geweest.
Het witte filtermateriaal van de koolstoffilters was door het gebruik ter plaatse licht vervuild.
Dit blijkt onder andere uit het feit dat op de contactplaatsen tussen de kettingen en koolstoffilters geen vervuiling is aangetroffen.
Op de vloer in de hennepkwekerijen zag ik droge afvalbladeren en droge resten van hennepplanten liggen, kennelijk afkomstig van een eerdere hennepoogst.
Ook zag ik een aantal scharen liggen met restanten van hennepproducten, vermoedelijk gebruikt bij het knippen van een eerdere hennepoogst.
Ik zag dat het zeil dat op de vloer lag voorzien was van een laag kalkaanslag, wat duidt op een langdurige tijd in bedrijf zijn van de hennepkwekerijen.
De in de hennepkwekerijen aanwezige hennepplanten waren ongeveer 65 dagen oud.
Gelet op bovenstaande bevindingen moeten deze hennepkwekerijen al een geruime periode in het pand aanwezig zijn.
Daarom wordt een periode van in werking zijnde hennepkwekerijen aangehouden van 135 dagen, te weten de periode vanaf 11 september 2012 tot en met 24 januari 2013."
2.3.
De betrokkenheid van de verdachte bij hetgeen onder 2 is bewezenverklaard kan, zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet worden afgeleid uit de bewijsvoering, zodat de bestreden uitspraak in zoverre niet naar de eis der wet met redenen is omkleed.

3.Beoordeling van het eerste middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging waaronder begrepen de beslissing omtrent de vordering van de benadeelde partij Stedin Netbeheer B.V.;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
15 december 2015.