Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
15 december 2015.
Hoge Raad
Op 15 december 2015 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 18 november 2014 werd gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1986, die in cassatie ging tegen een eerdere uitspraak. De advocaat van de verdachte, mr. H.M.W. Daamen, heeft middelen van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat betekent dat er geen verdere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft.