ECLI:NL:HR:2015:3573

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 december 2015
Publicatiedatum
15 december 2015
Zaaknummer
14/04384
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de bestreden uitspraak en nietigverklaring van de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 december 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij de betrokkene, geboren in 1983, in cassatie is gegaan. De advocaat van de betrokkene, mr. M.G. Cantarella, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat is gehecht aan het arrest. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, behoudens voor zover deze in eerste aanleg mocht zijn vernietigd, en tot nietigverklaring van de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de stukken van het geding in het ongerede zijn geraakt, waardoor de bestreden uitspraak in cassatie niet kan worden getoetst. Gelet op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het middel doel treft. Om doelmatigheidsredenen heeft de Hoge Raad besloten de zaak zelf af te doen en de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel nietig te verklaren. Dit is gebaseerd op artikel 511e in verbinding met artikel 349, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, omdat de rechter naar wie de zaak zou worden verwezen of teruggewezen niet in staat zou zijn te beraadslagen en beslissen over de vordering.

De Hoge Raad heeft uiteindelijk de bestreden uitspraak vernietigd, behoudens voor zover de uitspraak van de Rechtbank mocht zijn vernietigd, en heeft de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel nietig verklaard. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en E.F. Faase, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

15 december 2015
Strafkamer
nr. S 14/04384 P
ARA/CeH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 10 februari 2012, nummer 22/003339-10, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft mr. M.G. Cantarella, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak behoudens voor zover daarbij de uitspraak in eerste aanleg mocht zijn vernietigd, en tot nietigverklaring van de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat de stukken van het geding in het ongerede zijn geraakt, zodat de bestreden uitspraak in cassatie niet kan worden getoetst.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4 tot en met 6 treft het middel doel.
2.3.
De Hoge Raad zal de zaak om doelmatigheidsredenen zelf afdoen en - mede gelet op art. 511e in verbinding met art. 349, eerste lid, Sv - de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel nietig verklaren, aangezien na verwijzing of terugwijzing van de zaak de rechter naar wie de zaak zou worden verwezen of teruggewezen niet in staat zou zijn te beraadslagen en beslissen naar aanleiding van de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, behoudens voor zover daarbij de uitspraak van de Rechtbank mocht zijn vernietigd;
verklaart de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel nietig.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en E.F. Faase, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
15 december 2015.