Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
zetelende te De Steeg, gemeente Rheden,
1.Het geding in feitelijke instantie
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
11 december 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 december 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen de Gemeente Rheden. De zaak betreft een vervroegde onteigening van een perceel grond, kadastraal bekend gemeente Dieren, dat in eigendom toebehoorde aan [eiser]. De rechtbank Gelderland had op 1 juli 2015 een eindvonnis gewezen zonder [eiser] de gelegenheid te geven om zijn zaak mondeling toe te lichten, ondanks een verzoek daartoe van [eiser]. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank in strijd had gehandeld met de relevante wetgeving, namelijk artikel 24 van de Onteigeningswet en artikel 134 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Hoge Raad vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees de zaak terug naar de rechtbank voor verdere behandeling en beslissing. Tevens werden de kosten van het geding in cassatie gereserveerd, waarbij de Hoge Raad de kosten aan beide partijen begrootte. Dit arrest benadrukt het belang van het recht op een pleidooi in civiele procedures en de noodzaak voor rechtbanken om verzoeken van partijen om mondelinge toelichting serieus te nemen.