ECLI:NL:HR:2015:3560

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 december 2015
Publicatiedatum
10 december 2015
Zaaknummer
15/03960
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake WAO-besluit

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 december 2015 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, een persoon uit Marokko, tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De Centrale Raad had op 22 mei 2015 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/2665 WAO, die betrekking had op een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Belanghebbende heeft in cassatie een aantal klachten ingediend tegen deze uitspraak.

De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en vastgesteld dat het cassatieberoep niet was ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van de relevante bepalingen van de WAO. De Hoge Raad concludeert dat de klachten derhalve niet tot cassatie kunnen leiden. Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard.

Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele gronden voor het indienen van een cassatieberoep en de strikte eisen die daaraan verbonden zijn. De uitspraak is openbaar uitgesproken en onderstreept de rol van de Hoge Raad als hoogste rechtscollege in Nederland.

Uitspraak

11 december 2015
Nr. 15/03960
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z], Marokko (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Centrale Raad van Beroepvan 22 mei 2015, nr. 13/2665 WAO, betreffende een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: de WAO).

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

2.Beoordeling van de klachten

Ingevolge artikel 87f van de WAO kan beroep in cassatie worden ingesteld tegen uitspraken van de Centrale Raad ter zake van schending of verkeerde toepassing van de artikelen 1, derde tot en met zevende lid, 2 tot en met 11 en 13, eerste lid, van die wet en de daarop berustende bepalingen.
Het onderhavige cassatieberoep is echter niet ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van voormelde bepalingen. De klachten kunnen derhalve niet tot cassatie leiden.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2015.