ECLI:NL:HR:2015:3501

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 december 2015
Publicatiedatum
9 december 2015
Zaaknummer
14/03587
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over naaktrecreatie en geschiktheid van de plaats

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 december 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 11 juli 2014. De zaak betreft naaktrecreatie in de Delftse Hout en de vraag of de plaats geschikt was voor ongeklede recreatie, zoals bedoeld in artikel 430a van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte, geboren in 1952, had beroep in cassatie ingesteld tegen het eerder genoemde arrest. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof Den Haag voor herbehandeling van de zaak.

De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof de grondslag van de tenlastelegging had verlaten door een onjuiste uitleg te geven aan de uitdrukking "plaats die niet voor ongeklede recreatie geschikt was". Dit oordeel is gebaseerd op de gronden die zijn vermeld in een eerder uitgesproken arrest (ECLI:NL:HR:2015:3462). De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de klacht van de verdachte gegrond is en dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven.

De beslissing van de Hoge Raad houdt in dat de bestreden uitspraak wordt vernietigd en dat de zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof Den Haag, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren J. de Hullu en A.L.J. van Strien, in aanwezigheid van griffier S.P. Bakker.

Uitspraak

8 december 2015
Strafkamer
nr. S 14/03587
DAZ/ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 11 juli 2014, nummer 22/000555-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1952.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadsman van de verdachte, G. Spong, advocaat te Amsterdam, heeft het beroep tegengesproken.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt onder meer dat het Hof de grondslag van de tenlastelegging heeft verlaten doordat het een onjuiste uitleg heeft gegeven aan de daarin voorkomende, aan art. 430a Sr ontleende, uitdrukking "plaats die niet voor ongeklede recreatie geschikt was".
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in het heden uitgesproken arrest in de zaak 14/03582, ECLI:NL:HR:2015:3462, is de klacht gegrond.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het middel voor het overige geen bespreking behoeft, en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
8 december 2015.