ECLI:NL:HR:2015:3372

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 november 2015
Publicatiedatum
26 november 2015
Zaaknummer
13/03201
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest van de Hoge Raad inzake cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 november 2015 een herstelarrest gewezen in het kader van een cassatieprocedure. Het beroep in cassatie was ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 26 april 2013 had plaatsgevonden. De Hoge Raad had eerder, op 29 september 2015, de bestreden uitspraak vernietigd, maar daarbij was abusievelijk vermeld dat de zaak teruggewezen werd naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem. Dit was een misslag, aangezien het beroep in cassatie was ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden.

In het herstelarrest verduidelijkt de Hoge Raad dat de eerdere beslissing moet worden gelezen met inachtneming van deze correctie. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd voor zover deze aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen was, met betrekking tot de beslissingen over het onder 3 tenlastegelegde en de strafoplegging, inclusief de beslissingen omtrent de vordering van de benadeelde partij. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan.

De uitspraak is gedaan door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. Dit herstelarrest is van belang voor de rechtsgang en verduidelijkt de eerdere uitspraak van de Hoge Raad.

Uitspraak

17 november 2015
Strafkamer
nr. S 13/03201
BKL
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 26 april 2013, nummer 24/001293-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966.

1.Procesgang in cassatie

1.1.
De Hoge Raad heeft in deze zaak bij arrest van 29 september 2015 de bestreden uitspraak vernietigd, voor zover aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen, dus uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 3 tenlastegelegde en de strafoplegging waaronder begrepen de beslissingen omtrent de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 1] , en de zaak teruggewezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
1.2.
In de beslissing van dit arrest is abusievelijk vermeld dat de zaak wordt teruggewezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem. De vermelding van de zittingsplaats Arnhem is een misslag. Het beroep in cassatie is immers ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden. Daarom dient de beslissing van het onder 1.1 genoemde arrest van de Hoge Raad als volgt te worden gelezen:
"De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, voor zover aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen, dus uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 3 tenlastegelegde en de strafoplegging waaronder begrepen de beslissingen omtrent de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 1] ;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan."

2.Beslissing

De Hoge Raad:
bepaalt dat het in deze zaak op 29 september 2015 uitgesproken arrest moet worden gelezen met inachtneming van de hiervoor vermelde verbeteringen.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
17 november 2015.