ECLI:NL:HR:2015:3233

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 november 2015
Publicatiedatum
5 november 2015
Zaaknummer
14/06379
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak douanerechten

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 november 2015 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] B.V. tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 13 november 2014, met nummer 99/90108. De zaak betreft een uitnodiging tot betaling van douanerechten die aan de belanghebbende was uitgereikt. De belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij verschillende middelen voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierop gereageerd met een verweerschrift, waarna de belanghebbende een conclusie van repliek heeft ingediend, gevolgd door een conclusie van dupliek van de Staatssecretaris.

De Hoge Raad heeft de middelen van de belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat deze falen. Dit oordeel is gebaseerd op de overwegingen die zijn gemaakt in een eerder arrest van de Hoge Raad in een vergelijkbare zaak met nummer 14/06375, waarin dezelfde partijen betrokken waren. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam in stand blijft. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de vice-president en de raadsheren van de Hoge Raad, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.

Uitspraak

6 november 2015
Nr. 14/06379
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Amsterdamvan 13 november 2014, nr. 99/90108, betreffende een aan belanghebbende uitgereikte uitnodiging tot betaling van douanerechten.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Staatssecretaris heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen falen op grond van hetgeen is overwogen in het heden in de zaak met nummer 14/06375 tussen dezelfde partijen uitgesproken arrest van de Hoge Raad.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens, C.B. Bavinck, P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2015.