Uitspraak
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
30 oktober 2015.
Hoge Raad
Op 30 oktober 2015 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/02983. Het betreft een cassatieberoep van verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J.Ph. Dietz de Loos, tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Dit arrest volgde op eerdere uitspraken van de rechtbank Midden-Nederland en het gerechtshof, waarbij de verzoeker in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) in beroep ging. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en het arrest van het hof, dat op 25 juni 2015 werd gewezen. De advocaat-generaal L. Timmerman heeft in zijn conclusie geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet leiden tot cassatie en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet vragen om beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarmee het arrest van het gerechtshof in stand blijft.