Uitspraak
gevestigd te Groningen,
gevestigd te Groningen,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
30 oktober 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft Steil Beheer B.V. cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 24 juni 2014 uitspraak deed in een geschil met Nada Beheer B.V. Het geding in feitelijke instanties begon met vonnissen van de rechtbank Groningen op 12 oktober 2011 en 4 april 2012, die betrekking hadden op een concurrentiebeding. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere uitspraken en constateert dat tegen Nada verstek is verleend. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarbij hij artikel 81 RO toepast. De advocaat van Steil heeft gereageerd op deze conclusie, maar de Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is gebaseerd op artikel 81 lid 1 RO, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft vervolgens het beroep verworpen en Steil veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Nada op nihil zijn begroot. De uitspraak is gedaan op 30 oktober 2015 en openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.