Uitspraak
gevestigd te Westerhaar-Vriezenveensewijk, gemeente Twenterand,
wonende te [plaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3 Beoordeling van het middel
4.Beslissing
16 oktober 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 oktober 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de faillietverklaring van Horeca Exploitatie Maatschappij Siculus Holding B.V. op verzoek van een werkneemster met een loonvordering. De centrale vraag in deze procedure was of er sprake was van een overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 en volgende van het Burgerlijk Wetboek. De werkneemster had een verzoek tot faillietverklaring ingediend, wat leidde tot een procedure in de rechtbank Overijssel, waar op 11 maart 2015 een vonnis werd gewezen. Dit vonnis werd vervolgens door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 mei 2015 in hoger beroep bevestigd. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van de werkneemster tegen het arrest van het hof behandeld. De Advocaat-Generaal L. Timmerman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit was in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de werkneemster dan ook verworpen.