De bestreden uitspraak houdt met betrekking tot de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel in:
"De veroordeelde is bij arrest van dit hof van 13 december 2013 (parketnummer 21-004001-13) terzake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde en bewezenverklaarde (kort gezegd: gewoontewitwassen en opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod) veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf.
Het hof heeft in het arrest van 13 december 2013 bewezen verklaard dat de veroordeelde - kort gezegd - in de periode van 1 januari 2009 tot en met 8 november 2010 een bedrag van in totaal € 367.440,08 in contante betalingen heeft witgewassen, te weten: € 280.000 (terugbetaling lening [betrokkene 1]), € 36.740,00 (contante betalingen kosten verbouwing), € 10.620,08 (contant betaalde vlieglessen) en € 40.080,00 (contante stortingen).
Van de overige in de tenlastelegging genoemde bedragen heeft het hof niet bewezen geacht dat deze uit misdrijf afkomstig zijn.
Uit het strafdossier en bij de behandeling van de vordering ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat veroordeelde uit het onder 1 bewezenverklaarde handelen financieel voordeel heeft genoten.
Aan de inhoud van wettige bewijsmiddelen ontleent het hof de schatting van dat voordeel op een bedrag van € 367.440,08 (driehonderdzevenenzestigduizend vierhonderdenveertig euro en acht eurocent). Het hof komt als volgt tot deze schatting:
Contante betaling € 280.000 aan [betrokkene 1]
Uit de bewijsmiddelen, in het bijzonder het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 1] (dossierpagina 559 en 565) en bijlagen, het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens van 15 november 2010 (dossierpagina 500, en bijlage pagina 503 en 504) en de eigen verklaringen van verdachte (verklaring verdachte ter zitting in eerste aanleg van 8 maart 2013) blijkt dat verdachte ten behoeve van de aankoop van een nieuwe woning € 280.000,- van [betrokkene 1] heeft geleend, welk bedrag op 1 februari 2010 door verdachte aan [betrokkene 1] contant is terugbetaald.
Verdachte heeft op 15 januari 2010 een bedrag van in totaal € 271.610 overgemaakt naar de rekening van notaris [A], ten behoeve van de aankoop van de woning aan de [a-straat 1] te Nijkerkerveen (proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens 15 november 2010, pagina 500 - 502, en proces-verbaal bevindingen, 28 december 2010, dossierpagina 508 met bijlagen pagina 518 - 520).
Contante betalingen kosten verbouwing
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte is een iPad aangetroffen, waarop - naar uit onderzoek bleek - diverse notities en foto's waren opgeslagen. De notities hadden betrekking op bedragen die, gelet op hun aard en de op de iPad aangetroffen foto's, betrekking hadden op verbouwingswerkzaamheden aan een woning en de daarbij behorende kosten. Het totaalbedrag van die kosten bedroeg - zoals het hof in zijn arrest van heden in de strafzaak heeft overwogen en beslist -:
€ 36.740,00 (proces-verbaal bevindingen 10 januari 2011, dossierpagina 281 - 284).
Namens verdachte is ter zitting in hoger beroep gesteld dat de kosten van de verbouwing niet meer dan € 36.340,00 zijn geweest. Het hof ziet in deze verklaring echter geen reden om af te wijken van het totaalbedrag zoals die naar voren komen uit de notities op zijn iPad, temeer nu verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg heeft bevestigd dat de betreffende notities betrekking hebben op de verbouwing van zijn woning en dat hij iets meer dan € 36.000 heeft betaald voor die verbouwing.
Het hof gaat derhalve uit van verbouwingskosten van € 36.740.
Contante betalingen ten behoeve van vlieglessen
Verdachte heeft verklaard vlieglessen te hebben gevolgd en een deel van die vlieglessen contant te hebben betaald (verklaring ter terechtzitting op 8 maart 2013).
Bij de doorzoeking van de woning van verdachte zijn een groot aantal facturen aangetroffen ten behoeve van vlieglessen, op naam van verdachte. Een deel van de facturen heeft betrekking op contante betalingen van vlieglessen gedurende de tenlastegelegde periode, tot een totaalbedrag van € 10.620,08 (dossierpagina 1019 t/m 1022).
Contante stortingen/opnames privé bankrekeningen
ABN AMRO/Fortis
Uit wettige bewijsmiddelen leidt het hof af dat in de periode van 1 januari 2009 tot en met 8 november 2010 bij verdachte sprake is geweest van een contant uitgaande geldstroom van € 40.080. Een en ander volgt onder meer uit het overzicht in het proces-verbaal "Zaaksdossier 01 Witwassen", dossier-pagina 10 - 11) en het proces-verbaal van bevindingen genummerd 1101060830.AMB (dossierpagina 938-939) en het proces-verbaal van bevindingen van 1012090900.AMB (dossierpagina 374 - 376).
Het hof is van oordeel dat het totaal van de stortingen van deze contant uitgaande geldstroom moet worden meegerekend bij het wederrechtelijk verkregen voordeel van verdachte gedurende de tenlastegelegde periode.
Het voorgaande leidt tot de volgende berekening van het door verdachte wederrechtelijk verkregen voordeel uit strafbare feiten:
Contante storting van € 280.000 (koopprijs woning): € 280.000
Contante betalingen kosten verbouwing: € 36.740
Contante betalingen ten behoeve van vlieglessen afgerond: € 10.620,08
Contante stortingen/opnames bankrekeningen ABN AMRO/Fortis:
€ 40.080___Wederrechtelijk verkregen voordeel: Totaal € 367.440,08."