ECLI:NL:HR:2015:306

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 februari 2015
Publicatiedatum
13 februari 2015
Zaaknummer
14/00820
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissementspauliana en vernietiging cessie in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 februari 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiseres] tegen het arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 13 augustus 2013. De zaak betreft een vordering van de curator tot vernietiging van een cessie op grond van artikel 42 van de Faillissementswet (Fw). De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Hertogenbosch en arresten van het gerechtshof die aan deze zaak voorafgingen. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J.F. Gonesh, heeft in cassatie klachten ingediend tegen het oordeel van het hof, maar de curator is niet verschenen in deze procedure.

De Hoge Raad heeft de klachten van de eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 lid 1 van het Reglement op de Rechtsvordering (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de eiseres verworpen en haar in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de curator op nihil zijn vastgesteld.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders en M.V. Polak, met G. de Groot als de raadsheer die de uitspraak in het openbaar heeft gedaan.

Uitspraak

13 februari 2015
Eerste Kamer
nr. 14/00820
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres],
gevestigd te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. A.J.F. Gonesh,
t e g e n
mr. M.W. STEENPOORTE,
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Prime Wood B.V., handelende onder de naam Intervak,
kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en de curator.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 227162/HA ZA 11-416 van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 22 februari 2012, 13 juni 2012 en 5 september 2012;
b. de arresten in de zaak HD 200.115.701/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 22 januari 2013 en 13 augustus 2013.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 13 augustus 2013 heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de curator is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep.

3.Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de curator op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
13 februari 2015.