In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 januari 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van Sony Logistics Europe B.V. (thans: Sony Supply Chain Solutions (Europe) B.V.) tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de indeling van de PlayStation 2 (PS2) onder de douanepost 9405 of 8471 van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) en de daaruit voortvloeiende douanerechten. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen uitnodigingen tot betaling van douanerechten die waren uitgereikt voor de invoer van de PS2, waarbij zij stelde dat de PS2 als 'gegevensverwerkende machine' onder post 8471 moest worden ingedeeld, in plaats van onder post 9405 als 'videospel'.
De Hoge Raad oordeelde dat de PS2, gezien de objectieve kenmerken en eigenschappen, bestemd is voor gebruik als videospel in combinatie met een televisieontvanger. Het Hof had eerder geoordeeld dat de PS2 onder postonderverdeling 9405 10 00 van de GN moest worden ingedeeld, en dat indien de PS2 ook onder post 8471 zou kunnen vallen, deze alsnog onder post 9405 ingedeeld moest worden op basis van de algemene indelingsregels. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de PS2 niet als gegevensverwerkende machine kan worden ingedeeld, omdat deze een eigen functie vervult die niet uitsluitend gericht is op automatische gegevensverwerking.
De uitspraak van het Hof werd bekrachtigd, en de Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond. De proceskosten werden niet toegewezen. Dit arrest is van belang voor de classificatie van elektronische apparaten in het douanerecht en de toepassing van indelingsregels van de GN.