ECLI:NL:HR:2015:3

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 januari 2015
Publicatiedatum
6 januari 2015
Zaaknummer
13/03050
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting door verzuim proces-verbaal

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 januari 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. M. Berndsen, advocaat te Utrecht. De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak. De kern van de zaak betreft de nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep, omdat er geen proces-verbaal van die zitting was opgemaakt. Dit verzuim is in strijd met de vereisten van een behoorlijke procesorde, zoals vastgelegd in artikel 326, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De raadsman van de verdachte had verzocht om toezending van het proces-verbaal, maar uit de brief van de griffier van het Hof bleek dat dit proces-verbaal niet was opgemaakt. De Hoge Raad oordeelde dat dit verzuim zo ernstig was dat het de nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting en de daaropvolgende uitspraak met zich meebracht. De Hoge Raad heeft daarom de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling van de zaak in hoger beroep.

Uitspraak

6 januari 2015
Strafkamer
nr. 13/03050
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 2 februari 1996, nummer 23/001422-95, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M. Berndsen, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.

2.Beoordeling van het eerste middel

2.1.
Het middel behelst de klacht dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak nietig zijn, aangezien geen proces-verbaal van die terechtzitting is opgemaakt.
2.2.
Volgens art. 326, eerste lid, Sv houdt de griffier het proces-verbaal der terechtzitting, waarin achtereenvolgens aantekening geschiedt van de in acht genomen vormen en van al hetgeen met betrekking tot de zaak op de terechtzitting voorvalt.
2.3.
De raadsman van de verdachte heeft op de voet van art. IV lid 3 van het Procesreglement Strafkamer Hoge Raad verzocht om toezending van het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep. Bij de op de voet van art. 434, eerste lid, Sv aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevindt zich een brief van de griffier van het Hof. Op grond van de inhoud van deze brief moet worden aangenomen dat is verzuimd een proces-verbaal op te maken. Dit verzuim strijdt zozeer met een behoorlijke procesorde dat het nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting en van de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak meebrengt.
2.4.
Het middel is gegrond.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het tweede middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
6 januari 2015.