Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Nadere beoordeling van het tweede middel
3.Slotsom
4.Beslissing
29 september 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 september 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met betrekking tot de verplichting van een verdachte om deel te nemen aan het alcoholslotprogramma (asp). De zaak betreft een vervolg op een eerder arrest van de Hoge Raad, ECLI:NL:HR:2015:1819, waarin de raadsman van de verdachte de gelegenheid kreeg om zijn stelling van dubbele vervolging te onderbouwen. De verdachte was in deze zaak geconfronteerd met zowel de verplichting tot deelname aan het asp als een strafvervolging voor hetzelfde feit.
De raadsman heeft gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid en heeft stukken ingediend ter onderbouwing van zijn stelling. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat op basis van deze stukken kan worden aangenomen dat de verdachte inderdaad de verplichting tot deelname aan het asp is opgelegd voor hetzelfde feit. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging van de verdachte voor dat feit.
De Hoge Raad heeft in zijn beslissing de bestreden uitspraak vernietigd, behoudens voor zover het vonnis van de Politierechter is vernietigd. De uitspraak benadrukt het belang van de rechtsbescherming van de verdachte in gevallen van dubbele vervolging en de noodzaak om zorgvuldig om te gaan met de verplichtingen die aan een verdachte worden opgelegd.