ECLI:NL:HR:2015:2513

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 september 2015
Publicatiedatum
10 september 2015
Zaaknummer
15/01394
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens gebrek aan volmacht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 september 2015 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie met nummer 15/01394. Het beroep was ingesteld door [X] te [Z] tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 10 februari 2015, waarin een naheffingsaanslag in de omzetbelasting en een boetebeschikking aan belanghebbende was opgelegd voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011. De Hoge Raad heeft beoordeeld of het beroep in cassatie ontvankelijk was.

De griffier van de Hoge Raad had de indiener van het beroepschrift verzocht om binnen zes weken een bewijsstuk van de volmacht tot het indienen van het beroep in cassatie over te leggen. De indiener heeft echter niet voldaan aan dit verzoek, waardoor de Hoge Raad heeft geconcludeerd dat het beroep onbevoegdelijk was ingesteld.

Hierdoor heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Tevens zijn er geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en is genomen door de vice-president en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.

Uitspraak

11 september 2015
Nr. 15/01394
Arrest
gewezen op het door
[A]te
[Q]ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van de
Rechtbank Noord-Hollandvan 10 februari 2015, nr. HAA 14/2787 V, op het verzet van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank betreffende een aan belanghebbende over de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikking.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroep in cassatie is volgens het beroepschrift ingesteld namens belanghebbende. Bij aangetekende brief van 30 maart 2015, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgehaald op de afhaallocatie, heeft de griffier van de Hoge Raad de indiener van het beroepschrift verzocht binnen zes weken na de dagtekening van deze brief een bewijsstuk van de aan hem verstrekte volmacht tot het indienen van het beroepschrift in cassatie over te leggen, dan wel een verklaring van degene namens wie hij beroep in cassatie heeft ingesteld, dat deze daarmee instemt. De indiener van het beroepschrift is evenwel in gebreke gebleven aan dat verzoek te voldoen. Daarom gaat de Hoge Raad ervan uit dat het beroep in cassatie onbevoegdelijk is ingesteld, en zal de Hoge Raad om die reden het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2015.