Het proces-verbaal van de terechtzitting van het Hof van 13 maart 2013 houdt het volgende in:
"De verdachte genaamd:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
is niet verschenen.
Ter terechtzitting is aanwezig mr J. van Appia, advocaat te Amsterdam.
De raadsman wordt in de gelegenheid gesteld het woord te voeren. Hij deelt mede, zakelijk weergegeven:
Vóór deze zitting heb ik een fax naar het hof gestuurd waarin in aankondig dat ik de nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep aan de orde zal stellen.
Op zich is het juist dat cliënt geen woon- of verblijfplaats in Nederland heeft. Ik ben echter van mening dat de dagvaarding in hoger beroep niet juist is betekend, omdat is verzuimd een afschrift van de dagvaarding te betekenen op het door cliënt bij zijn politieverhoren opgegeven adres [a-straat] Accra North in Ghana. Dit adres betreft de woning die op het moment dat cliënt werd verhoord nog werd verbouwd. De verbouwing is inmiddels al geruime tijd afgerond en cliënt woont nu op dat adres. Op het moment dat cliënt werd verhoord woonde hij in een huurwoning op het adres [b-straat] te Accra in Ghana. Dit adres heeft hij destijds bij de politie opgegeven als woonadres. Ik heb begrepen dat een afschrift van de dagvaarding per aangetekende post naar dat laatste adres is gestuurd. Via "Track & Trace" is niet duidelijk geworden of deze post cliënt ooit heeft bereikt. Nu geen afschrift van de dagvaarding naar het adres [a-straat] Accra North in Ghana is gestuurd ben ik van mening dat er geen sprake is geweest van een juiste betekening van de dagvaarding.
Ik verzoek het hof dan ook de dagvaarding in hoger beroep nietig te verklaren.
(...)
Het hof trekt zich terug in raadkamer voor beraad. Na hervatting van het onderzoek deelt de voorzitter mede, zakelijk weergegeven:
Nu verdachte niet beschikt over een woon- of verblijfplaats in Nederland is de dagvaarding in hoger beroep bij de griffier van de rechtbank te Arnhem uitgereikt. Voorts heeft het openbaar ministerie een afschrift van de dagvaarding gestuurd naar het adres [b-straat] te Accra in Ghana. Uit de stukken blijkt dat verdachte bij zijn verhoor bij de politie dat heeft opgegeven als zijn woonadres. Dit adres staat eveneens vermeld op de akte van hoger beroep. Het openbaar ministerie heeft hierdoor in voldoende mate aan zijn inspanningsverplichting voldaan.
Het beroep op nietigverklaring van de dagvaarding in hoger beroep wordt door het hof verworpen. Het hof komt dus toe aan de beoordeling van de zaak.
De raadsman verklaart vervolgens niet uitdrukkelijk door verdachte te zijn gemachtigd de verdediging te voeren. Op vordering van de advocaat-generaal verleent het hof verstek tegen de niet verschenen verdachte en beveelt dat met de behandeling van de zaak zal worden voortgegaan."