ECLI:NL:HR:2015:203

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 februari 2015
Publicatiedatum
3 februari 2015
Zaaknummer
13/05831
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens onjuiste betekening

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 februari 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld tegen een bij verstek gewezen arrest van het Hof, waarin werd geoordeeld dat de appeldagvaarding rechtsgeldig was betekend. De Hoge Raad heeft echter vastgesteld dat de betekening van de dagvaarding in hoger beroep niet correct heeft plaatsgevonden, in strijd met artikel 588 van het Wetboek van Strafvordering (Sv).

De Hoge Raad heeft onderzocht of de verdachte, die van 6 november 2012 tot 7 maart 2014 ingeschreven stond op een bepaald adres, op de juiste wijze was opgeroepen voor de hoger beroep zitting. Het Hof had geoordeeld dat de betekening correct was geschied, maar de Hoge Raad kwam tot de conclusie dat dit oordeel onjuist was. De dagvaarding was niet op de juiste wijze betekend, waardoor deze nietig was.

De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak van het Hof en verklaarde de dagvaarding in hoger beroep nietig. Dit arrest benadrukt het belang van correcte betekening van dagvaardingen in het strafrecht en de gevolgen van een onjuiste betekening voor de rechtsgeldigheid van de procedure.

Uitspraak

3 februari 2015
Strafkamer
nr. S 13/05831
ABO/SG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 18 september 2013, nummer 21/001320-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G.W. van der Zee, advocaat te Groningen, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot nietigverklaring van de dagvaarding in hoger beroep.

2.Beoordeling van het eerste middel

2.1.
Het middel komt op tegen het oordeel van het Hof dat de appeldagvaarding rechtsgeldig is betekend.
2.2.1.
Bij de op de voet van art. 434, eerste lid, Sv aan de Hoge Raad gezonden stukken bevindt zich een akte instellen hoger beroep van 20 maart 2012 inhoudende als adres van de verdachte [a-straat 1], [plaats], alsmede een dubbel van de dagvaarding van de verdachte om te verschijnen op de terechtzitting in hoger beroep van 18 september 2013 met daaraan gehecht:
(i) een akte van uitreiking inhoudende dat die dagvaarding op 10 juli 2013 niet is uitgereikt op het adres [b-straat 1] te [plaats] omdat "de in de adressering aangegeven woning niet bestaat" en vervolgens op 15 juli 2013 aan de Griffier van de Rechtbank Oost-Nederland is uitgereikt op de grond dat "de geadresseerde, blijkens de aan deze akte gehechte mededeling van de afdeling bevolking van diens woongemeente, op de dag van aanbieding van de gerechtelijke brief en tenminste vijf dagen nadien als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens op het op deze akte vermelde adres was ingeschreven", onder toezending van een afschrift van die dagvaarding naar dat adres;
(ii) een akte van uitreiking inhoudende dat die dagvaarding op 12 juli 2013 is aangeboden op het adres [a-straat 1] te [plaats] maar dat deze niet is uitgereikt omdat, volgens mededeling van degene die zich op dat adres bevond, "de geadresseerde daar niet woont noch verblijft" en vervolgens op 16 juli 2013 aan de Griffier van de Rechtbank Oost-Nederland is uitgereikt op de grond dat "de geadresseerde, blijkens de aan deze akte gehechte mededeling van de afdeling bevolking van diens woongemeente, op de dag van aanbieding van de gerechtelijke brief en tenminste vijf dagen nadien als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens op het op deze akte vermelde adres was ingeschreven" onder toezending van een afschrift van die dagvaarding naar dat adres;
(iii) een akte van uitreiking inhoudende dat die dagvaarding op 28 augustus 2013 aan de Griffier van de Rechtbank Oost-Nederland is uitgereikt omdat "van de geadresseerde geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is";
(iv) een drietal "ID-staten SKDB" van onderscheidenlijk 8 juli 2013, 27 augustus 2013 en 17 september 2013, inhoudende dat een huidig GBA-adres niet beschikbaar is en dat als laatst opgegeven woon- of verblijfadres op 12 september 2012 geregistreerd staat het adres [b-straat 1], [...] te [plaats].
2.2.2.
De bestreden uitspraak is bij verstek gewezen. Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep houdt in als oordeel van het Hof "dat de betekening van de dagvaarding correct is geschied".
2.3.
Bij zijn onderzoek naar de naleving van art. 435, eerste lid, Sv heeft de Hoge Raad vastgesteld dat de verdachte van 6 november 2012 tot 7 maart 2014 ingeschreven stond in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Grootegast op het adres [c-straat 1], [plaats].
Daaruit volgt dat de dagvaarding in hoger beroep niet is betekend overeenkomstig art. 588 Sv, zodat die dagvaarding nietig is. Het oordeel dat de dagvaarding in hoger beroep geldig is betekend, is derhalve onjuist.
2.4.
Het middel is dus terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het tweede middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 februari 2015.