Uitspraak
gevestigd te Rijsbergen,
gevestigd te Almelo,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
10 juli 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juli 2015 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van Recreatiepark Fort Oranje B.V. tegen Keytech Personeelsdiensten B.V. Het geding in feitelijke instanties begon met vonnissen van de rechtbank Breda op 8 februari 2012 en 11 juli 2012, gevolgd door een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 maart 2014. Fort Oranje heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarin het hof de eerdere vonnissen heeft bekrachtigd. Keytech heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep en heeft daarnaast een vordering ingediend voor een proceskostenvergoeding, vermeerderd met wettelijke rente.
De Hoge Raad heeft de klachten van Fort Oranje beoordeeld, maar deze kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal, L. Timmerman, strekte tot verwerping van het cassatieberoep op basis van artikel 81 lid 1 RO.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van Fort Oranje verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Keytech zijn begroot op € 2.629,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van het arrest.