De Officier van Justitie heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep heeft het Hof verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte, heeft de Advocaat-Generaal gevorderd dat de in de tenlastelegging vermelde perioden zullen worden gewijzigd en heeft het Hof deze vordering toegewezen. Voormeld proces-verbaal houdt dienaangaande het volgende in:
"De raadsman deelt als volgt mede.
Mijn cliënte is om procedurele redenen heden niet aanwezig. Ik ben alleen gemachtigd voor zover de dagvaarding zoals die thans voorligt wordt besproken.
De voorzitter deelt mede dat het openbaar ministerie hoger beroep heeft ingesteld tegen de vrijsprekende beslissing van de politierechter en daarbij een vordering tot wijziging van de tenlastelegging in hoger beroep heeft aangekondigd.
De advocaat-generaal bevestigt dat hij heden het hof een vordering tot wijziging van de tenlastelegging zal voorleggen.
De oudste raadsheer merkt als volgt op.
De wet kent geen beperkte machtiging. U, raadsman, bent gemachtigd of niet.
Daarop reageert de raadsman als volgt.
Dan ben ik niet gemachtigd.
Op vordering van de advocaat-generaal verleent liet hof verstek tegen de niet verschenen verdachte en beveelt, dat met de behandeling van de zaak zal worden voortgegaan.
De advocaat-generaal draagt de zaak voor.
De advocaat-generaal is van oordeel dat de tenlastelegging behoort te worden gewijzigd, legt de noodzakelijk geoordeelde wijziging schriftelijk aan het hof over en vordert dat die wijziging zal worden toegelaten.
De advocaat-generaal deelt desgevraagd mede dat hij de vordering tot wijziging van de tenlastelegging, die ziet op de wijziging van de perioden, niet aan de raadsman heeft doen toekomen en dat hij, indien het hof de vordering toewijst, van mening is dat de wijziging van de tenlastelegging aan verdachte moet worden betekend.
De voorzitter onderbreekt het onderzoek voor beraad.
Na hervatting van het onderzoek deelt de voorzitter als volgt mede.
Het hof wijst de vordering tot wijziging van de tenlastelegging toe. De vraag doet zich dan voor of de behandeling van de zaak moet worden aangehouden. Daartoe overweegt het hof het volgende. De dagvaarding is aan verdachte in persoon betekend. In de appelmemorie van het openbaar ministerie is aangekondigd dat er een vordering tot wijziging van de tenlastelegging zal komen en dat deze de wijziging van de periode zal betreffen. De raadsman is heden verschenen maar heeft meegedeeld dat hij om redenen van procedurele aard niet gemachtigd is. Het hof begrijpt dat deze redenen betrekking hebben op de aangekondigde wijziging van de tenlastelegging en op aanhouding van de zaak. De door de advocaat-generaal gevorderde wijziging van de tenlastelegging is door het hof toegelaten.
Ingevolge artikel 314, lid 1, tweede volzin Wetboek van Strafvordering, wordt bij verstekverlening het onderzoek op de gewijzigde tenlastelegging aanstonds voortgezet indien de verdachte door het achterwege laten van kennisgeving van de wijziging redelijkerwijze niet in zijn verdediging wordt geschaad. Gelet op de omstandigheden dat de dagvaarding aan verdachte in persoon is betekend en dat de wijziging door het openbaar ministerie in de appelmemorie is aangekondigd zodat de verdachte geacht moet worden op voorhand bekend te zijn geweest met de voorgenomen wijziging van de tenlastelegging, is het hof van oordeel dat verdachte niet in haar verdediging wordt geschaad indien het onderzoek op de gewijzigde tenlastelegging aanstonds wordt voortgezet.
Op de vraag van de voorzitter aan de raadsman of deze na het horen van deze beslissing nog wil terugkomen op zijn overweging dat hij niet gemachtigd is, antwoordt de raadsman als volgt.
Na het horen van de motivering van de beslissing wens ik niet op die mededeling terug te komen."