Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal van aangifte (met bijlage) met nummer 2010199091-1 van 18 augustus 2010, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1], doorgenummerde pagina's 6 tot en met 12.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 18 augustus 2010 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van aangeefster [betrokkene 1]:
Tussen 12 augustus 2010 te 23:59 uur en vrijdag 13 augustus 2010 te 00:15 uur werd op de [a-straat 1] te Ouderkerk aan de Amstel het volgende feit gepleegd.
Op 29 juli 2010 zijn wij op vakantie gegaan. Op 13 augustus 2010 kregen wij bericht dat er ingebroken zou zijn in ons huis. Op 17 augustus 2010 zijn wij thuisgekomen van vakantie. Bij de achterpui zagen wij sporen van braak. Door middel van een breekvoorwerp is de pui aan de achterzijde van het huis opengemaakt. Toen wij door het huis liepen zagen wij dat er diverse kamers overhoop gehaald waren. Er lagen diverse enveloppen in de woonkamer met daarin geld. Het geld is uit deze enveloppen gehaald. Ook hadden wij een pot met geld daarin in de keuken, deze inhoud is ook weggenomen. Het totale bedrag aan cashgeld wat weggenomen is uit het huis is ongeveer 750 euro. Tevens lag er in de trapkast een gouden horloge. Uit de badkamer op de eerste etage en op zolder zijn sieraden gestolen. Ook stond de kluis op de zolder. Voor een schuine wand staat een boekenkast op wielen en een bed. Hierachter stond de kluis, gerold in een tapijt. De kluis lag niet in het zicht. Deze kluis is van de bovenste etage mee naar beneden genomen. In de kluis lagen waardevolle spullen zoals een ring, witgoud met diamanten en 5 saffieren, en oorbellen, witgoud met geelgoud met diamanten en saffieren. Bij de zolder is er schade aan de muur. Verder is er schade bij de onderste trap, van de begane grond. Er is schade aan de trap en aan de grond en de muur in de hal.
2. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2010199091-3 van 13 augustus 2010, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3], doorgenummerde pagina's 13 tot en met 15.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten (of één van hen):
Op 12 augustus 2010 omstreeks 23:59 uur waren wij, verbalisanten, op de openbare weg de Meerkerkdreef te Amsterdam Zuidoost. Op 12 augustus 2010 omstreeks 23:59 uur kregen wij, verbalisanten, de opdracht te gaan naar de [a-straat 1] te Ouderkerk aan de Amstel alwaar ingebroken zou zijn. Op 13 augustus 2010 te 00:05 uur waren wij, verbalisanten, ter plaatse op de [a-straat 1] te Ouderkerk aan de Amstel.
Ik, verbalisant [verbalisant 2], werd aangesproken door een vrouw, genaamd [betrokkene 2], geboren 12 mei 1990 te Amsterdam. Ik hoorde dat [betrokkene 2] zei: 'Ik heb inmiddels het kenteken van de auto die is weggereden. Het kenteken is [AA-00-BB]. Het is een zwarte Ford Fiësta.' Ik heb direct via de portofoon het kenteken van de weggereden auto aan de andere eenheden van het district doorgegeven. Ik hoorde dat [betrokkene 2] zei dat de daders via de achterzijde van de woning waren binnengedrongen.
Ik, verbalisant [verbalisant 3], ben via het steegje aan de achterzijde van de woning naar de woning toe gelopen. Ik zag dat de achterdeur van de woning openstond. Ik zag dat de knipsloten aan de boven- en onderzijde van de achterdeur verbogen waren. Ik ben vervolgens de woning binnengegaan. Ik zag dat er meerdere spullen op de grond lagen. Ik ben naar boven gegaan en ik zag in alle slaapkamers spullen op de grond liggen. Ik zag dat de kasten welke in de woning aanwezig waren, waren doorzocht. Ik zag namelijk dat de kasten overhoop gehaald waren.
Ik, verbalisant [verbalisant 2], hoorde dat [betrokkene 2] zei: 'Ik liep met een vriend naar huis en ik zag een jongen in de Hoofdenburgsingel staan die ik niet kende. Er komen bijna geen vreemde mensen in de straat waar ik woon, omdat de straat nogal afgelegen ligt. Ik zag dat de jongen om zich heen keek. Ik zei tegen mijn vriend als hij omkijkt is hij verdacht. Ik zag dat de jongen vervolgens omkeek. Ik kan deze jongen als volgt beschrijven: blank, zwarte baseballpet, spijkerbroek en een opvallende zilveren ketting. Ik liep richting huis. Ik zag twee jongens weglopen. Ik zag vervolgens in de steeg dat er een poortje open stond. Dit betreft het poortje van de woning [a-straat 1]. Ik vond dit raar, omdat ik wist dat de bewoners op vakantie waren. Ik ben naar huis gelopen en heb aan mijn moeder gevraagd of de bewoners thuis waren. Mijn moeder zei dat de bewoners op vakantie waren. Ik heb vervolgens via het raam van mijn woning naar buiten gekeken en ik zag een jongen met een zwart/grijze doos in zijn handen weglopen. Dit was de persoon met het zwarte petje. Ik zag dat de jongen in de richting van een zwarte auto liep. Ik zag dat hij instapte en dat de auto wegreed. Ik zag dat de auto met gedoofde lichten wegreed. Kennelijk wilde de bestuurder niet dat ik zijn kenteken kon lezen. Ik zag dat er vier personen in de auto zaten. Ik zag dat de bestuurder een opvallend groot horloge om had. Ik heb vervolgens een vriend van me gebeld met wie ik naar huis gelopen was. Deze stond bij de bushalte. Ik heb hem gebeld en gezegd dat er een zwarte auto in de richting van hem zou rijden en dat hij het kenteken moest noteren. Ik hoorde dat die vriend zei dat hij de auto zag rijden en dat het kenteken [AA-00-BB] was en dat het een zwarte Ford Fiësta zou zijn. De vriend die het kenteken heeft gezien heet [betrokkene 3], geboren [geboortedatum] 1989. Mijn moeder is vervolgens naar de woning op [a-straat 1] gelopen om te kijken of er ook was ingebroken. Mijn moeder zag dat de achterdeur op een kier stond. Ik heb vervolgens de politie gebeld.'
3. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2010199091-19 van 17 maart 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4], doorgenummerde pagina 33.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Naar aanleiding van het gedane onderzoek en de verklaringen van de verdachten [verdachte], geboren [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] en [medeverdachte], geboren [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats], heb ik, verbalisant, een onderzoek ingesteld naar de relatiestatus van hen beide.
[medeverdachte] verklaarde dat hij sinds zijn negende levensjaar [verdachte] kent. Het zijn goede vrienden van elkaar en zien elkaar wekelijks.
In de voor mij beschikbare politiesystemen kwam naar voren dat [medeverdachte] en [verdachte] samen een relatiestatus hadden. Ik zag dat zij meerdere dezelfde registraties op hun naam hadden staan. [verdachte] verklaarde dat hij in Ouderkerk aan de Amstel woont. Volgens de Gemeentelijke Basis Administratie staat [verdachte] sinds 27 januari 2008 in Ouderkerk aan de Amstel ingeschreven. [medeverdachte] verklaarde dat hij een paar keer in Ouderkerk aan de Amstel is geweest en dat hij alleen maar in een paar kroegen aldaar was geweest.
4. Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2010199091-6 van 8 september 2010, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5], doorgenummerde pagina's 39 tot en met 42.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 8 september 2010 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van de verdachte:
Ik rij in de auto van mijn moeder. Dit is een zwarte Ford Fiësta met kenteken [AA-00-BB]. Ik kom met de auto in Amsterdam en Ouderkerk aan de Amstel.
5. Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2010199091-7 van 21 september 2010, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6], doorgenummerde pagina's 47 tot en met 48.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 19 augustus 2010 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van de getuige [betrokkene 3]:
Op 12 augustus 2010 zat ik omstreeks 23:45 uur in een bushalte, toen ik werd gebeld door een vriendin van mij, [betrokkene 2]. [betrokkene 2] vroeg mij om het kenteken op te schrijven van een zwarte auto die mijn kant op zou komen rijden. Ik heb toen het kenteken opgeschreven. Het kenteken was: [AA-00-BB] en zat op een zwarte Fiësta. Als ik een beschrijving moet geven van de bestuurder dan kan ik hem als volgt omschrijven: man, licht getint uiterlijk, kort geschoren haar, gemillimeterd, 20/21 jaar oud, smal gezicht."