ECLI:NL:HR:2015:1733

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 juni 2015
Publicatiedatum
25 juni 2015
Zaaknummer
15/01399
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep in auteursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 juni 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen Team10 B.V. en andere verweersters. De zaak betreft een geschil over de ontvankelijkheid van het cassatieberoep, waarbij de Procureur-Generaal heeft gepleit voor niet-ontvankelijkheid op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de klachten van [eiser] geen behandeling in cassatie rechtvaardigen, omdat hij klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard moest worden. De Hoge Raad heeft [eiser] bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Team10 c.s. op nihil zijn begroot. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Uitspraak

26 juni 2015
Eerste Kamer
15/01399
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos,
t e g e n
1. TEAM10 B.V.,
2. [verweerster 2],
3. [verweerster 3],
4. [verweerster 4],
allen gevestigd te [plaats],
VERWEERSTERS in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Team10 c.s.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/13/551300/KG ZA 13-1230 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 24 oktober 2013;
b. het arrest in de zaak 200.138.866/01 KG van het gerechtshof Amsterdam van 14 oktober 2014.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Team10 c.s. is verstek verleend.
Het standpunt van de Procureur-Generaal
strekt tot niet-ontvankelijk verklaring van het cassatieberoep op de voet van art. 80a RO.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 11 juni 2015 op dit standpunt gereageerd.
3 Beoordeling van de ontvankelijkheid
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden (zie het standpunt van de Procureur-Generaal onder 3 - 7).
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a lid 1 RO en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Team10 c.s. begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsherenA.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
26 juni 2015.