In deze zaak heeft [X] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 22 december 2011 was gewezen in hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem. De zaak betreft uitnodigingen tot betaling van douanerechten. De Hoge Raad heeft op 26 juni 2015 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, onder nummer 12/00581.
De belanghebbende, [X] B.V., heeft een middel voorgesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend en schriftelijk gereageerd op een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Deze reactie werd echter na de gestelde termijn ingediend, waardoor de Hoge Raad hier geen acht op slaat.
De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit werd niet verder gemotiveerd, omdat het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard.