De conclusie van de Advocaat-Generaal houdt onder 4 het volgende in omtrent hetgeen de stukken van het geding - voor zover voor de beoordeling van het middel van belang - :
"(i) Naast de verdachte en diens raadsman is op de in het openbaar gehouden terechtzitting in hoger beroep de aangeefster van feit 1 ([betrokkene]) als belangstellende aanwezig.
(ii) Nadat de voorzitter van het hof op die terechtzitting de korte inhoud van de stukken heeft medegedeeld en nadat de verdachte ten aanzien van de feiten een verklaring heeft afgelegd, heeft de raadsman van de verdachte verzocht de persoonlijke omstandigheden van de verdachte met gesloten deuren te behandelen, omdat er sprake is van nieuwe omstandigheden waarvan de verdachte niet wil dat deze publiekelijk bekend worden. De raadsman heeft ter onderbouwing van zijn verzoek het volgende naar voren gebracht. De raadsman zal een strafmaatverweer voeren om uiteen te zetten wat er na de voorvallen is gebeurd, nu uit de getuigenverklaringen en de rest van het dossier niet blijkt hoe de situatie tot stand is gekomen. Er zijn nieuwe elementen en de verdachte is bang dat deze elementen bekend raken. Bij de verdachte bestaat de vrees dat er informatie naar buiten komt en dat de mensen in de directe omgeving van de verdachte dan op de hoogte raken van deze zaak. De verdachte vindt het van belang dat "het" toch wordt genoemd.
(iii) Vervolgens heeft het hof op de terechtzitting het verzoek om de behandeling verder met gesloten deuren te doen plaatsvinden afgewezen. Het hof heeft daartoe het volgende overwogen. Het hof acht de informatie die de verdediging heeft aangevoerd onvoldoende om een gemotiveerd bevel te kunnen geven de zitting voort te zetten met gesloten deuren, nu de hoofdregel is dat de zitting in het openbaar plaatsvindt.
(iv) Na een korte onderbreking van het onderzoek, heeft de raadsman opgemerkt dat de verdediging er niet van op de hoogte was dat de aangeefster ter terechtzitting aanwezig zou zijn als belangstellende.
(v) Daarna heeft de verdachte op de (nog steeds) in het openbaar gehouden terechtzitting een verklaring afgelegd betreffende zijn persoonlijke omstandigheden. De verdachte heeft onder meer verklaard dat hij publiekelijk aan de schandpaal is genageld door de aangeefster en een gezamenlijke vriendin, dat er op sociaal gebied veel kapot is gemaakt en dat hij zijn baan is verloren. Daarbij heeft hij aangegeven dat hij liever niet wil zeggen of hij weer een relatie heeft en dat hij ook niet wil zeggen of hij alleen of samen woont.
(vi) Ten slotte heeft de raadsman van de verdachte, zoals blijkt uit de op de terechtzitting in hoger beroep overgelegde pleitnotities, bij wijze van "strafmaatverweer" verzocht aan de verdachte een geheel voorwaardelijke straf op te leggen. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd. De verdachte heeft zich vrijwillig bij "De Waag" gemeld en is volledig weg uit de "party-scene". De feiten hebben zich afgespeeld in de vriendenkring van de verdachte, terwijl hij als paria is bestempeld en een geruchtenstroom op gang is gekomen. De verdachte heeft geen contact meer met zijn (voormalige) vrienden maar is bang dat de geruchten zich verder verspreiden, aangezien hij inmiddels een vaste relatie heeft, samenwoont en ontzettend bang is dat zijn nieuwe vriendin wordt benaderd vanuit die vriendengroep."